Op 11 oktober zag ik op Twitter een reactie van Kamerlid Henri Bontenbal, die zeurde over de acties in Den Haag van Extinction Rebellion, waarop ik wat onvriendelijk uit de heup reageerde met: “Doe dan wat, zeikerd.”
Terwijl de komedie van de Nederlandse politiek voortduurt, klopt de tragedie van de klimaat- en energiecrisis steeds harder op de voordeur. Maatregelen om beide crises te helpen bestrijden, staan in de wachtkamer, als ze er al staan. Nederland loopt niet echt voorop bij deze kwesties.
Bontenbal (CDA) nam onverwacht de tijd om te reageren op mijn bemoedigende woorden en stelde: “Ik werk me te pletter.” Dus ik weer:
Hard werken
Hierna volgde geen reactie meer. Ongetwijfeld werkt Bontenbal hard en met klimaat en energie in zijn portefeuille zal dat moeten. Zeker nu zijn fractie kleiner is geworden door minder stemmen en het opstappen van Pieter Omtzigt. Nog zo’n harde werker.
Als natuurkundige en strategy consultant voor netbeheerder Stedin heeft hij in ieder geval kennis van zaken over energie en energietransitie. Toch lijkt me klimaat binnen het CDA een ingewikkelde kwestie, want die partij is niet de rentmeester gebleken die het zegt te zijn. Zeer bepaald niet.
Niet omdat ze voor ‘de boeren’ zijn, dat ben ik ook. Maar hun steun voor de industriële landbouw gaat veel te ver en hun angst voor het verliezen van de boerenstem is veel te groot. Als Mark van den Oever van Farmers Defense Force (FDF) zijn keel schraapt, loopt het bij het CDA dun door de broek. Althans, bij het oude CDA.
Voor het nieuwe CDA zit Derk Boswijk op de portefeuille landbouw. Hij ziet wel in dat er iets moet veranderen met oog op het stikstofprobleem en de veestapel zal moeten krimpen. Tegelijk wil hij zoeken naar alternatieven, zodat boeren een inkomen kunnen verdienen.
Boswijk waagde het zelfs de boze boeren op het Malieveld tegen te spreken: “Jongens, als we nu niets doen, zijn jullie straks allemaal de lul.” Het CDA heeft, zegt hij, ’te lang iedereen te vriend willen houden’.
Misschien is er hoop voor het CDA met Boswijk (en Bontenbal). En misschien is het gedaan met het ‘oude verwarde gepruttel‘ van Annie Schreijer-Pierik, bij uitstek de boerenvertegenwoordiger van dat oude CDA.
Zoeken naar een stikstofplan
De FDF heeft intussen deze week een plan van AgriNL om het stikstofprobleem aan te pakken weten te torpederen. De landbouw en de bouwsector leveren de grootste bijdrage aan de Nederlandse CO2-uitstoot. AgriNL is een ‘uniek netwerk van 11 bedrijven en LTO Nederland’ in de agrifoodsector. Het zijn de grootste spelers, een stevige lobbyclub dus, die onder leiding van Tjibbe Joustra een kennelijk iets te concreet plan wilden lanceren.
“Daarin stond dat de bedrijven en LTO Nederland – conform het advies van de commissie-Remkes – voorstander zijn van een halvering van de stikstofuitstoot, mits die gericht en regionaal wordt uitgevoerd en niet door een generieke verkleining van de veestapel,” aldus de Volkskrant.
Dat ontlokte de woede van Van den Oever en FDF, die aandrong op excuses aan de boeren door AgriNL. “Anders zullen wij flink komen optoeren.” Je raadt het al: ze komen dan oprukken met hun tractoren. AgriNL trok de verklaring in en nu staat er een ronkend lulverhaal zonder enige concrete doelstellingen.
Door deze intimidatie trokken veevoederbedrijven De Heus en For Farmers hun lidmaatschap van AgriNL helemaal in. Zij worden direct getroffen als er geen biks besteld wordt. Pragmatisme of schijterigheid? Hebzucht lijkt me waarschijnlijker.
Ondertussen twijfel ik aan de oprechtheid van AgriNL. Zij zullen hun koers ingrijpend moeten wijzigen als niet alleen het stikstofprobleem, maar ook de milieuvervuiling door mest, landbouwgif en transport (soja uit Zuid-Amerika) zou worden aangepakt.
Ze hebben allemaal direct belang bij een kapitaalintensieve en hoogtechnologische landbouw. Meer van hetzelfde is lekker makkelijk als verdienmodel. Die ongebreidelde hebzucht is ook een soort landbouwgif.
Farming is framing geworden
De markt moet het oplossen of de sector zelf, is lang de gedachte geweest. Maar de zelfregulering die de kabinetten Rutte en eerder Balkenende altijd hebben voorgestaan, is vrijwel altijd wensdenken gebleken. Ze kunnen het niet, blijkt hier ook weer. Dus is er nood aan een creatieve overheid die met kracht een langetermijnvisie komt presenteren. Toch?
Laten we wat betreft de Nederlandse landbouw eerst eens de vraag beantwoorden waarom we zo nodig de tweede grootste landbouwexporteur moeten zijn? Waarom zo veel dieren houden in dat kleine landje misschien niet zo’n goed idee is? Waarom 70% van de producten het land verlaat, of dieren die terugkeren als Parmaham?
Nu we het toch over vervoer hebben: Nederlandse telers met snijbloemen uit Afrika (met weinig milieuregels, meer landbouwgif maar dan lekker ver weg) die dan via de veiling in Aalsmeer opnieuw per vliegtuig het land weer verlaten. Bespottelijk gedoe. Bedenk wat anders.
En dan de framing van de onderwerpen.
- De boeren zorgen voor ons voedsel. Ja, maar we kunnen het niet op. Dat is voor de export en daar heeft de gemiddelde Nederlander niets aan. De handel verdient eraan.
- De boeren zorgen voor de natuur en het landschap. Ja, maar ze verwoesten de biodiversiteit en de waterkwaliteit met teveel mest, stikstof, ammoniak, kunstmest, herbiciden en pesticiden.
- De landbouw is een grote werkgever. Ja, maar gelukkig er zijn nog genoeg sectoren die om mensen zitten te springen. En wat is baanzekerheid in het licht van klimaatverandering en volksgezondheid?
De boeren vrezen voor hun bestaan en dat is niet goed. Er zijn er al teveel aan de hanenbalk geëindigd. Zelfdoding is ook een soort landbouwgif. We moeten ze helpen andere manieren te vinden om boer te blijven.
Dan zullen de industrieboeren ook moeten inzien dat zijzelf tot het verdienmodel behoren van oa. de veevoerindustrie, de chemische industrie (Bayer/Monsanto) en de banken. Die hebben de miljoenen om te lobbyen in Brussel, zodat de boeren gesubsidieerd worden om hun producten te kunnen blijven kopen.
Dan zullen de industrieboeren de idiotie moeten inzien van het zindelijk maken van koeien en varkens om de mest te scheiden. Dat technologie niet voor alles een oplossing is. Dat ook hier het kapitalistische groeimodel failliet is. Dat al die Europese subsidies beter kunnen worden besteed aan een duurzamere en gezondere landbouwsector. Want waarom moet er geld bij, die vele miljarden, bij die landbouw?
Landbouwgif verbieden
We vinden meer pesticiden en we vinden ze op plekken waar we ze niet verwachten. Ze zitten in de bodem, producten in de supermarkt én in de mens.
Hoogleraar bodemkunde Violette Geissen
Binnenkort komt in de Europese Unie een burgerinitiatief aan de orde over een verbod op landbouwgif. Bij EenVandaag is daar van de week een reportage over gemaakt. Dat zijn Europese beslissingen, maar het is de vraag of het burgerinitiatief (dat wel dus voldoende handtekeningen heeft) succes zal hebben. De geraadpleegde akkerbouwer gelooft niet dat het zonder landbouwgif kan.
Ondanks de bezwaren en bewijzen die bijvoorbeeld tegen het gebruik van glyfosaat (Roundup) pleitten, werd het middel een paar jaar geleden gewoon weer Europees goedgekeurd. “We weten niet wat de daadwerkelijke effecten zijn voor onze gezondheid”, zegt hoogleraar bodemkunde Violette Geissen in het item.
Meer boeren nodig
Een verbod op landbouwgif zou wel een omslag kunnen betekenen. Een meer biologische en lokale landbouw heeft misschien wel meer boeren nodig in plaats van minder. Moet er meer geschoffeld worden, exoten worden bestreden, andere manieren van innovatie en inkomensvoorzieningen bedacht worden, zoals natuur- en bosbeheer. En wat dies meer zij.
En natuurlijk mogen industrie en luchtvaart niet buiten schot blijven.
Intussen is het afwachten. Afwachten dat een volgend kabinet Rutte hier serieuze stappen zal gaan maken. En vol ongeduld dat er serieuze acties komen ter bestrijding van de klimaatcrisis. Dat ongeduld van Extinction Rebellion is ook het mijne.