Op 28 juni is het handelsakkoord Mercosur gesloten. Een verdrag tussen de Europese Unie en vier Zuid-Amerikaanse landen: Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay. Klinkt lekker natuurlijk, een akkoord. Maar er is van meerdere kanten kritiek.
Laten we eerst vaststellen dat Brazilië momenteel geleid wordt door een weliswaar gekozen, maar doorgedraaide neo-fascist. Waar zien we dat nog meer?
President Jair Bolsonaro offert moeiteloos het Amazone-gebied op aan zijn vriendjes, de grootgrondbezitters, die daar al sinds jaar en dag de boel plunderen. Afgelopen juni alleen al is er illegaal 920 vierkante kilometer bos gekapt.
De wetenschapper die dit nieuws in Brazilië naar buiten bracht, is door Bolsonaro ontslagen. De klimaatcrisis is een links complot, aldus deze urkedurker die zijn volk belooft heeft een einde te maken aan de corruptie. Haha.
Maar goed, wie in dit kader Brazilië zegt, zegt soja.
Giftige handel
En wat zegt Wikipedia over sojateelt in Argentinië en Brazilië? Nou, dat ‘dit ernstige sociale en milieuproblemen met zich mee brengt, zoals werkloosheid, verminderde voedselzekerheid, onteigening van land, aantasting van natuurreservaten, ontbossing, erosie en watervervuiling door landbouwchemicaliën’.
(Ik laat de milieuschade (kwik) door goudwinning maar buiten beschouwing.)
Dat is in Brazilië, dus zie je hier niks van. Maar dat met veel gif overgoten eiwitrijke (35%) gewas geven wij in Nederland te eten aan ‘onze’ runderen, geiten, kippen en varkens. Gelukkig zijn ze Agrifirm druk met hun corporate social responsibility en ook bij ForFarmers is ‘duurzaamheid niet meer weg te denken’.
Agrifirm, ForFarmers en De Heus zijn de grote drie in de mengvoersector, samen 63% van de markt in 2016. ForFarmers is de schnabbel van boerenfluisteraar Yvon Jaspers.
Plantaardig eiwit
Vandaag meldt de Volkskrant dat minister Carola Schouten in haar toekomstvisie wel het plan heeft om de import van plantaardig eiwit terug te dringen. In die visie trouwens niets over het terugdringen van de vleesconsumptie en -productie, dat volgens het VN-klimaatpanel IPCC noodzakelijk is.
Minder veehouderij, zoals het IPCC rapport voorstaat, is ook minder voer. De Nederlandse veevoerindustrie laat jaarlijks zo’n 17 miljoen ton soja en sojaschroot overkomen uit Zuid-Amerika om het te verwerken en te verkopen.
De Nederlandse regering zou echt wat meer mogen en kunnen doen. De tijd dat de kool en de geit gespaard kunnen worden, is voorbij. Die import uit Zuid-, Midden- en Noord-Amerika onmiddellijk verbieden zal niet gaan, maar een deadline en controle op de herkomst van de soja zou toch moeten kunnen.

Kritiek uit eigen kring
Het Mercosur verdrag is dan wel getekend, in werking getreden is het nog niet. Kritiek op het akkoord komt ook bij belangenorganisaties vandaan, zoals de pluimveesector. Want er mag dan tweemaal meer kippenvlees (180.000 ton) naar Europa worden geëxporteerd. De European Milk Board (EMB) heeft vergelijkbare kritiek vanwege de export van rundvlees (99.000 ton) naar Europese bordjes.
Cruciaal puntje lijkt me echter de de waarschuwing van die EMB voor een ‘verdere toename van de huidige overproductie’ in de zuivelsector. Wat weer alles te maken heeft met de import van soja. Dolgedraaide boerenbusiness dus.
De Nederlandse landbouw produceert niet voor de eigen burgers, maar voor de export. Het CBS publiceerde daarover begin dit jaar: Nederlandse landbouwexport 2018 in breder perspectief.
Fragment: Nederlandse landbouwexport 2018 in breder perspectief
Inleiding hoofdstuk 6: Handel en circulariteit: consequenties
van kringlooplandbouw voor handel
De Nederlands landbouw- en voedingsmiddelensector is sterk internationaal georiënteerd. Veel grondstoffen worden geïmporteerd en een belangrijk deel van de productie wordt in de vorm van halffabricaten en eindproducten geëxporteerd.
Bij de grondstofimporten gaat het voor een deel om gewassen die niet op Nederlandse bodem kunnen worden geproduceerd – denk aan cacao, koffie en tropisch groente en fruit. Daarnaast vormt, naast de invoer van granen, de invoer van met name eiwitrijke veevoeders een belangrijk onderdeel van agrarische importen.
Zo maken de open grenzen het mogelijk dat de Nederlandse veehouderij veel groter is dan deze op basis van eigen geproduceerd veevoer zou kunnen zijn en dat de sector in 2018 ter waarde van 16,6 miljard euro exporteert (tabel 2.2 en 2.3 in dit rapport). Hierdoor is ook het aandeel van de veehouderij in de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak groter dan zonder de invoer van veevoer het geval zou zijn geweest.
De huidige omvang van de veestapel leidt lokaal tot een mineralenoverschot (van fosfaat en stikstof) in bodem en water en veroorzaakt geur- en fijnstofhinder. Dit heeft negatieve gevolgen voor de bodem-, water- en luchtkwaliteit in Nederland.
Goed voor boeren & burgers
Misschien is die noodzakelijk omslag in productie en consumptie behalve voor burgers, ook goed voor de boeren zelf. Wat minder produceren, maar wel biologisch, fatsoenlijk betaald en gesteund door de samenleving. Handel oké, maar geen giftige handel die vrijhandel ook kan geven.
Minder financiële lasten, weg van de monocultuur en de Rabobank, en weg van de onzekerheid door gespreide risico’s met meer producten. En minder depressies en zelfmoorden*, die op het platteland tweemaal zo vaak voorkomen.
Ja, echt. Voor je het weet hebben de boeren Yvon Jaspers niet meer nodig om een partner te vinden. Kan ze weer lekker haar servies gaan beschilderen.
(*) De hanebalken
Cultureel antropoloog Lizzy van Leeuwen schreef in 2014 het boek De hanebalken – zelfmoord op het platteland, een historisch en actueel onderzoek naar dit fenomeen in de agrarische wereld, in verschillende landen. Begin 2015 werd ze daarover door Wim Brands geïnterviewd in VPRO’s Boeken.