
“We vergaderen ons suf over innovatie en schrijven de ene nota na de andere, maar als een innovatief bedrijf wordt verkocht, doen we niets”, vertelde oud-staatssecretaris Willem Vermeend onlangs aan de Volkskrant.
Deze rasoptimist werd er zelfs een beetje moedeloos van. Het gaat in dit geval om de verkoop van windturbine-fabrikant Darwind, tot voor kort dochteronderneming van het inmiddels failliete Econcern, ‘een technologisch pareltje’, aan een Chinees bedrijf.
‘The age of stupid’ is in Nederland al lekker aan de gang.
Lippendienst bewijzen, kent u die uitdrukking? Zeggen dat je het met een idee helemaal eens bent en dat je er nu echt mee aan de slag gaat. Maar er gebeurt niets. Dit fenomeen lijkt Nederland op het gebied van duurzaamheid wel volkomen in zijn greep te hebben.
Het Innovatieplatform kletst al jaren over mooie plannen, de Haagse politiek ziet de grote kansen voor de Nederlandse wetenschap en het bedrijfsleven, gaat er nog eens lekker voor zitten en intussen worden er vele kansen gemist.
In de analyse van Vermeend komt het ook omdat Nederland in Europa ‘nummer 1 uitverkoop’ is geweest. Hij erkent wel dat de Paarse kabinetten van de jaren negentig – leve de marktwerking – dat niet goed gedaan hebben.
Buitenlandse eigenaren en managers interesseert het vervolgens bijzonder weinig wat er in Nederland gebeurt. Ook de kabinetten Balkenende 1-2-3-4 hebben vooralsnog weinig betekend voor een solide en duurzaam energiebeleid.

Schone elektronen
De koppositie die Nederland heeft gehad op het gebied van windenergie (jaren zeventig en tachtig) is foetsie. Regeldruk, kent u die uitdrukking? Bij vrijwel alle verkiezingen komt het wel langs. Die tergende bureaucratie, daar moet wat aan gebeuren. Toevallig ken ik de directeur van Darwind en dat geeft mij het volgende beeld van regeldruk.
Om aan de benodigde vergunningen te komen, heeft een bedrijf te maken met iets van zeven verschillende ministeries. De aanvragen en procedures duren lang (jaren soms) duren en zijn niet op elkaar afgestemd. Het bedrijf zit in de situatie dat wanneer de laatste vergunning binnen is, de eerste weer opnieuw zou moeten worden aangevraagd. We hebben in het geval van Darwind over windparken op zee, die honderdduizenden huishoudens van schone energie kunnen voorzien. Iedereen wil het.
Kenniseconomie
“What is important, is seldom urgent.” Met dit aan president Eisenhower toegeschreven citaat opent hoogleraar wijsbegeerte Herman Philipse een opiniestuk over het wetenschappelijk onderzoek. Nederland zal het in de toekomst echt moeten hebben van de kenniseconomie, maar ook daar horen we toch vooral sombere berichten over. Hoewel het Nederlands wetenschappelijk onderzoek het internationaal best goed doet, wordt het kennelijk net als de duurzame innovatie gefrustreerd:
We zouden kunnen spreken van de paradox van de onderzoeksfinanciering. Met minder middelen doen we het beter dan veel andere landen. Waarom zouden we dan meer investeren?
Van al die hooggestemde idealen en (internationale) beloften zou de politiek nu eens zaak moeten maken. Ik wil overvloedige, schone elektronen en geen geouwehoer over koopzondagen, AOW-leeftijd, commissie 8452-B-sub 3, pratende kapsels met waterstofperoxide of meisjes die uit zeilen willen gaan. What have you not!
Waar gaat Nederland zijn geld verdienen? Dat was de slotvraag aan Vermeend in de Volkskrant: “In groen, groen en nog eens groen en in de interneteconomie.”
Ik ben voor.
Bart van Maanen
RT @bartvanmaanen: Innovatie in de uitverkoop http://bit.ly/10ROcX China en twee gezichten