In 2020 zou Nederland 6000 megawatt aan elektriciteit moeten opwekken uit windenergie. Dat is het streven van de huidige regering. Daarvan is intussen slechts 4% gerealiseerd.
Behalve dat twee ministeries – VROM en EZ – elkaar in de weg zitten, lopen de ontwikkelingen voor windmolenparken op de Noordzee ook spaak door ellenlange procedures. Veel wind gaat dus verloren in bureaucratie, terwijl we bij iedere verkiezingen horen dat de ‘regeldruk’ minder moet worden.
Maar liefst zeven departementen zijn betrokken bij de windmolenparken op zee. In de Volkskrant (van 15-08-2008) wordt het lijstje nog aangevuld met inspraak van de kustwacht, havenbedrijven, een doorslaggevend advies van een nautische commissie en besluiten over aanvragen van bouwvergunningen, die 256 weken – bijna 5 jaar – duren.
Die regelgeving en de besluiteloosheid van het kabinet zijn niet alleen de betrokken bedrijven en ondernemers een doorn in het oog, ook bijvoorbeeld stichting Natuur en Milieu.”In de Energierapporten wordt al sinds 1999 gezegd: geweldig, we gaan het doen, we gaan het voorbereiden. En vervolgens gebeurt er niks”, aldus directeur Mirjam de Rijk.
Busje huren
Natuur en Milieu liet de bureaucratie uitzoeken door de Kafkabrigade, die het oerwoud van regels blootlegde. De volgende dag stond een uitgebreider stuk in dezelfde krant. Fijn detail daarin is de milieueffectrapportage (MER). Die wil Rijkswaterstaat in zestigvoud hebben, met alle bijlagen ook in die oplage. “Ondernemers kunnen maar het best beginnen met het huren van een busje”, suggereert de verslaggever.
Het is een idiote situatie: bijna iedereen is overtuigd dat windenergie goed op zee gewonnen kan worden. Hoewel het niet in de totale behoefte zal kunnen voorzien en (onverantwoorde?) oproepen tot het gebruik van kernenergie voorlopig wel zullen blijven bestaan. Maar actie vanuit de politiek is noodzakelijk. Daar gaat helaas teveel energie zitten in gebakken lucht en besluiteloosheid.
Het is treurig dat de visie, de technische mogelijkheden en innovatieve kracht van bedrijven niet optimaal worden gebruikt voor de opwekking van duurzame energie. Dat lijkt toch een onvermijdelijke ontwikkeling.
Energie leveren
Deze discussie doet mij intussen wel denken aan een verhaal dat ik op de BouwRAI van dit jaar hoorde. Ik sprak daar met Wim van Hengel van Oranjedak. Dat bedrijf gebruikt met vloeistof gevulde, kunststof lamellen uit de landbouw in daken om energie op te wekken. Energydak noemen ze het. Dat gebeurt met behulp van een warmtewisselaar en kan grote gebouwen meer of geheel zelfvoorzienend maken.
Echter, wanneer er meer energie wordt geproduceerd dan op dat moment nodig is, kun je dat niet zomaar terugleveren aan het electriciteitsnet. Op dat moment wordt je namelijk stroomproducent en zal aan dezelfde eisen moet voldoen als de grote leveranciers. Ook dat probleem is technisch op te lossen, maar vraagt wel om een extra investering van de eigenaar of de gebruikers van het pand. Waarmee weer een nieuw obstakel is gecreëerd.
Met de noodzaak die er bestaat om tot een duurzame energievoorziening te komen, is de vraag dus wanneer deze regering (en komende kabinetten) nu eindelijk eens een visie ontplooien én uitvoeren. Laat de geest eens waaien, zou ik zeggen. Het bedrijfsleven en de technologie zijn er klaar voor.
r claesen
Hoe kun je uit een Energydak stroom halen Volgens mij warm en of koud water deze energie kun direct gebruiken of je slaat hem in de bodem op de bekende WKO DE energie kun je later gebuiken de koude die het energie dak heeft ontrokken bijvoorbeeld s’ nachts kun je in de zomer gebruiken voor koeling Warmte die je ontrekt uit het energydak kun je in de bodem opslaan en later met een warmtepomp weer op waarderen De warmte pomp is in staat door compressie van de temperatuur omhoog te brengen hiemee bespaar je gemiddeld 50 % aan energie kosten