Voor mij was 2017 een beroerd jaar. Dood en ziekte druppelde het hele jaar het dagelijkse leven in. Met mijn conditie, fysiek, geestelijk en zakelijk, had ik het zelf ook wel gehad, dacht ik.
En die stinkwereld gaat toch wel door. Mag ik mijn leven voltooid noemen? Zet mij dan maar uit! Maar waar zit die schakelaar dan? Daar was ik niet uit.
Vrienden en kennissen gingen dood, werden ziek, hartaanvallen, herseninfarcten, hoge bloeddruk al dan niet in combinatie met piekende cholesterolniveaus. Compleet is dit lijstje niet op op details ga ik maar niet in. Zelf was ik ook een beetje misselijk. Misselijk van mezelf voornamelijk, van dat geploeter als zelfstandige, van mijn somberte, van slechte gewoonten, van gebrek aan of zicht op perspectief.
Biologisch gezien ben ik wel klaar, dacht ik: twee uitstekende kinderen voortgebracht die zich intussen zelf kunnen redden. Dus, zet mij maar uit, dan kan mijn vrouw nog meer leuks gaan doen met haar leven. Zij is daar goed in.
Een verouderd type
De titel van dit stukje is een uitspraak van Robot, niet de tekst van een moedeloze asielzoeker of oorlogsvluchteling. In de voorstelling Iemand anders van Micha Wertheim realiseert Robot zich dat hij zal worden vervangen door een nieuw type. Sneller, beter en daardoor waarschijnlijk meer gewaardeerd dan hij. Ondanks zijn bijdrage aan de voorstelling draaide het toch allemaal om Micha. “Zet mij maar uit,” is dan Robots reactie.

Een gevoel dat ik herkende als 50-plusser, een melancholie maakte zich van mij meester. Ik zag de voorstelling op een moment dat alles leek te mislukken. Opdrachten die niet door gingen, sollicitaties zonder succes, financiële afgronden.
Eind oktober ging mijn vader dood aan een zware hersenbloeding. Niet bepaald het lichtend voorbeeld in mijn leven, maar er is er maar één van. Het riep mijn jeugd in herinnering, waar ik nogal met gemengde gevoelens op terugkijk. Een vroeggestorven moeder, een puberteit zonder moeder, maar met een soort van ‘boze stiefmoeder’, en verstoorde verhoudingen alom.
Als oudste zoon moest ik mij daarna schrap zetten. De dingen doen die geregeld moeten worden voor een crematie en toebehoren, terwijl het verleden zich weer opdrong.
Tegelijk voelde het als een bevrijding, want er trok ook een grauwsluier op die vervelende herinneringen tot verleden maakte. Er kon staat worden gemaakt. Daardoor kon ik beter over die tijd spreken zonder het gevoel te hebben dat je verraad pleegde. Verraad aan de man (en opa) die – onhandig en bot misschien – uiteindelijk het beste met mij voor heeft gehad.
Dode vader, vernieuwde zoon?
Dat ik mij afvroeg, ben ik als flintertje cosmic debris nog wel gewenst, vertaalde zich overigens niet in apathie. Ik bleef peuteren, dingen doen, klusjes, wat vrijwilligerswerk, lopende projecten en bestaande klanten helpen. Tegen het einde van het jaar daagde verbetering.
Duidelijk was wel dat ik wat aan mijn conditie moet gaan doen. Ik moest mij maar eens serieus herpakken, zoals de Vlamingen zeggen.
Wellicht wat overmoedig heb ik me in december weer als spelend lid opgegeven bij mijn tennisvereniging. Na een jaar niet gespeeld te hebben, miste ik de wekelijkse tennismomenten, de mannen van mijn team en het genoegen van een rake klap.
Eind vorig jaar stopte mijn huisarts met werken. Hij hield eerst praktijk in de Pijp, waar ik begin jaren ’90 heb gewoond, en de laatste jaren bij het Roelof Hartplein. Een goed moment om me bij een andere dokter te melden, wat dichterbij huis.
Conditie [meerdere betekenissen]
Deze wens en deze actie hebben gevolgen. Wat heet, het roer moet om. In gesprek met de dokter moest eerst de fysieke klachten – onderrug, geblesseerde heupspieren – verholpen worden. Ook stoppen met roken en minder drinken was aan de orde, waarop de nieuwe dokter eerst mijn bloeddruk maar eens ging onderzoeken. En daarna bloed en urine.
De uitslag was niet echt verrassend, maar verlangt wel verandering van mijn gedrag. Te hoge bloeddruk, te veel cholesterol en ernstig tekort aan vitamine D. Intussen ben ik met het doordeweekse gewoontedrinken gestopt, ben nog niet gestopt met roken, maar heb dat wel flink teruggebracht. En die vitamines krijg je van de zon, maar de HEMA heeft ze ook.
Gisteren heb ik voor de derde keer in een week weer wat hard gelopen. Voorzichtigjes dat wel, via de interval-methode naar het Oosterpark, stukkie stevig doorlopen, dan weer tempo lopen. Soms wel het gevoel dat mijn nieren het lichaam bij mijn sleutelbeenderen wilde verlaten.
De bloeddruk was afgelopen donderdag wel gedaald. Zullen we zeggen… Ja. Zet mij maar weer aan.
Robert Jan
Over 5 weken fit genoeg voor een oefenpartijtje op gravel?
Bart van Maanen
Daar wordt hard door één man met beperkte macht aan gewerkt. 🙂 Zo wilde ik vandaag opnieuw gaan joggen, maar een verschoven afspraak met een klant verhinderde dat. Dat wordt morgen. Ik dacht overigens dat we half maart alweer de gravelwei in mogen?
inge
Gelukkig!!!
Goed bezig Bart!
Thea
Ga zo door!