De Obama’s waren niet thuis. Die zaten op Martha’s Vineyard, Massachusetts, in het presidentiële zomerverblijf. Wij zaten in het District Hotel, een goedkoop hotel voor met name rugzak toeristen, maar wel prettig centraal gelegen. Washington DC is een compleet andere stad dan New York.
In het centrum staan wel wat hoge gebouwen, maar veel minder dan in NYC. De straten zijn er schoner en het is er ruimer. We zijn er maar twee nachten, dus we doen de toeristische dingen.
Dat is overigens niet vervelend. De eerste avond bezoeken we Georgetown, een oude wijk waarin je de Engelse invloed onmiskenbaar terugziet. Het is een populaire uitgaansbuurt met veel restaurants. We eten er in een Cajun restaurant, dat zich evenwel gespecialiseerd blijkt te hebben in gefrituurd eten. Heeft u dan ook wat ongefrituurde groenten? “Sorry, it’s all fried“, zegt onze jonge serveerster bedeesd.
Om een uur of 9 lopen we langs het Witte Huis en zwaaien voor de zekerheid toch maar even naar Obama. Verder is er eigenlijk niet zoveel te zien. We gaan terug naar het hotel en merken dat de 14th Street NW om de hoek een levendige straat is. Veel hippe restaurants en bars, met jong uitgaanspubliek op deze donderdagavond.
Winkelcentrum van waarden
De ene, hele dag die we in Washington hebben, gebruiken we om de National Mall, kortweg The Mall, te bezoeken. Deze brede strook van enkele kilometers lang loopt van Capitol Hill, langs het Washington Monument naar het Lincoln Memorial. Het is eigenlijk een groot, geestelijk winkelcentrum voor de Amerikaanse waarden, kennis en geschiedenis.
Al die nationale trots en dat patriottisme is voor ons een beetje onwennig. Zeker gezien de dirty politics, die zich hier omtrent ook afspelen. The Mall laat wel zien dat ze het menen, die Amerikanen. Op de ongeveer 400 hectare staan meer dan 10 musea en bezienswaardigheden die dat groots Amerikaanse gevoelen enigszins overweldigend onderstrepen.
Vrijwel alle musea zijn onderdeel van de Smithsonian Institution. In het National Museum of American History leer ik Mary Pickersgill (1776–1857) kennen. Op 37-jarige leeftijd maakte deze weduwe in 1813 de Star Spangled Banner, de vlag die Francis Scott Key de inspiratie voor het volkslied bracht.
In de vaste tentoonstelling The Price of Freedom: Americans at War krijg je alle bloed, zweet en tranen op indrukwekkende wijze voorgeschoteld. Een verhaal vertellen doen ze erg goed in Amerikaanse musea. Van de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelsen tot Operation Desert Storm, in dit geval. En ook het hele verhaal.
Het is allemaal teveel voor één dag. Toch even aandacht voor het National Museum of the American Indian. Ons korte bezoek was interessant, maar vooral het gebouw was opvallend. Een prachtig zandkleurig, welvend gebouw dat tussen de veelal neoclassicisistisch geïnspireerde architectuur een lust voor het oog is. Het gebouw is voortgekomen uit een cocreatie van architecten en inbreng vanuit verschillende Amerikaanse indianenstammen.
Nog een Amerikaanse waarde
De volgende ochtend verlaten we het hotel en gaan naar het Ronald Reagan International Airport. We hebben een huurauto geboekt bij Alamo, die ons dezelfde dag naar Pittsburgh moet brengen.
Zat ik in New York te schamperen op die idioot grote auto’s die er rondreden, bij Alamo worden we hard geconfronteerd met die andere Amerikaanse waarde: The Big Car. Omdat we met 5 personen en bagage zijn, is al een flinke auto voorzien. De Chevrolet Suburban overtreft alle verwachtingen. Wel van alle gemakken voorzien natuurlijk, maar wel heel erg groot. De man van Alamo die me de sleutels geeft – uit Ghana laat hij nog weten – beaamt dat: “It’s an Obama car!“.
We pakken ons boeltje in en wat ongemakkelijk rijd ik weg. De ingebouwde navigatie blijkt ook een kleine zegen. Niet lang daarna draaien we de Interstate 270 op die overgaat in nummer 70 en ons naar de voormalige hell on earth zal leiden.
Pittsburgh, here we come.
anneke
Ha Bart,
Leuk om te lezen, wij waren er vorig jaar, eerst Washington en daarna New York. De jongens vonden Washington fijner en mooier dan NY, interessant toch? NY bleek veel meer te zijn dan alleen wolkenkrabbers en Washington was schoon en overzichtelijk. Enige avontuurzin moet er nog in komen! Goeie reis verder, ik volg jullie, Xa
Bart van Maanen
Dank je. Ja, schoner was Washington zeker. We zijn overigens al weer terug en ik schrijf de blogs op basis van wat aantekeningen. En de foto’s niet te vergeten.