In Het Parool van zaterdag 23 maart wordt de vraag gesteld of Thierry Baudet een Pim 2.0 is. Daar geloof ik niets van, hoewel er overeenkomsten zijn. Gezien de retoriek van Baudet hebben we eerder te maken met Mussert 2.0, een kwijlebabbel.
De heersende onvrede over politiek en bestuur is effectief bespeeld door Forum voor Democratie. Met 15% van de stemmen kunnen we dat na 20 maart vaststellen. Ook is er maar één woord voor fascistische retoriek – herstel – twee, namelijk fascistische retoriek.
Aan een programma ontbreekt het nog. En ik geloof dat ik in dit geval niet op bijbehorende daden zit te wachten.
Vandaag bekeek ik voor het eerst de website van Forum voor Democratie. Ik kreeg gelijk een standpunt over hun geostrategie om mijn oren: geen regime change in het Midden-Oosten. Tuurlijk niet, gaat prima daar, niks meer aan doen. Het hele Midden-Oosten bedoelen jullie toch…
Maar wie is jullie, of is dat Baudet alleen? Of is dat Baudet, Hiddema en Henk Otten (Baudets persoonlijke ‘Dick Cheney’ en lijsttrekker Eerste Kamer) samen? Vragen, zoals bij die malle speech van 20 maart. Die ging velen boven de pet, mij in eerste instantie ook.
Gelukkig is de uil inmiddels geland op mijn schouder. Het is een retorische rookbom van een politieke marskramer die oude waar voor nieuw wil verkopen.
De kwijlebabbel en bruikbare ideeën
Dat 2.0 is het nieuwe jasje van deze marskramer. Online hebben ze het ontegenzeggelijk goed gedaan. Vele medestanders en kiezers zijn online gevonden onder andere op, laten we het maar libertaire fora noemen. In dat online campagnevoeren is de jongensclub goed, bleek al bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Na zo’n electorale dreun, dat is het toch, wil ik Baudet even serieus nemen. Wie is hij eigenlijk? Een brallende kwast, zeker. Maar waar komt dat vandaan? Gelukkig kent Daniël Knegt, geschiedenisdocent aan de Uva, zijn achtergrond tijdens zijn studietijd veel beter dan ik.
Hij bespeurde bij Baudet grote belangstelling voor filosofie, politiek en Knegts scriptie over Frans nationaal-socialisme in het begin van de twintigste eeuw. Minder om de geschiedenis op zich dan om ‘de bruikbaarheid van de ideeën voor vandaag de dag’, schrijft hij in zijn artikel op Over de muur, een geschiedenis website.
Baudets belangstelling gaat over in enthousiasme, vertelt Knegt, als hij het heeft over politicus en schrijver Maurice Barrès (1862-1923), die de basis legde voor raciaal nationalisme en antisemitisme gebruikte als propaganda.
Bruine belangstelling
Vergelijkbaar intellectueel gekieteld was Baudet door de fascistische schrijver en collaborateur Pierre Drieu la Rochelle (1893-1945). Ja. Fransen kunnen best van Duitsers houden, maar dat was niet helemaal de boodschap van Pierre.
(En die knapperd leest dat natuurlijk allemaal in het Frans. Je zou zeggen, dat nazi-verhaal heeft-ie op het Stedelijk toch al een keer gehoord? Vond-ie dat een mooi verhaal?)
Enfin. Onder de leiding van de nazi’s zou Europa volgens Drieu la Rochelle dit… en dat… en dan afrekenen met de decadentie en… Kortom, het paradijs op aarde voor het Europese witte ras (‘de boreale wereld’), met een superieure cultuur, een stevig vijandbeeld (de joden) en een dreigende ondergang in het vooruitzicht als er niet gestreden wordt tegen de vijand en de vrienden van de vijand.
Nou, wat gezellige architectuur erbij en Baudet wordt helemaal warm. Het is als de Glühwein van Jörg Haider of de arcadische woorden van Anton Mussert. De joden vervangt Baudet door ‘immigranten’, maar voor een renaissance van ‘een Nederland waarop wij weer trots kunnen zijn’ is de tijd weer gekomen.
De klassieke ingrediënten
Mijn zoon houdt van de schrijver Konstantin Paustovkij en schreef dit bij het citaat uit het boek van hem, Begin van een onbekend tijdperk:
Zoon: “Toen Symon Petljoera in 1919 Kiev binnentrok op zijn witte schimmel, en deze nationalistische legerleider stilzwijgend grootschalige pogroms in de veroverde stad liet plaatsvinden, was schrijver Konstantin Paustovskij daarvan getuige. Hij schreef over Petljoera’s zegetocht iets dat, met afgelopen verkiezingen in het achterhoofd (waarin ‘onze’ huisbakken patriot een monsterzege behaalde), sindsdien niet aan waarheid heeft ingeboet.” Paustovkij schrijft dan:
Ieder volk heeft zo zijn bijzonderheden, zijn verdienstelijke trekken. Maar degenen die kwijlebabbelen van vertedering over eigen volk en geen enkel gevoel voor maat hebben, blazen deze nationale trekken geweldig op en maken ze suikerzoet en weerzinwekkend. Er bestaat dan ook geen erger vijand voor het volk dan deze huisbakken patriotten.
Konstantin Paustovskij
Sorry, Herman
Arme dichter en communist Herman Gorter, nu hebben Theo Hiddema en ik zijn meest beroemde dichtregel vernaggeld. Ik met dat kwijlebabbel in de titel, en Hiddema met zijn uitroep woensdag op een dubieus feestje.