‘Eer voor rijkdom’, zo zou je het Latijnse motto op het familiewapen van Sander Schimmelpenninck kunnen vertalen. Zou het de inspiratie zijn voor zijn serie programma’s over de toenemende kloof tussen rijk en arm, tussen kansrijk en kansarm? Best een taaie en oude kloof.
Vanaf de openbare lagere school in Santpoort-Zuid ben ik mij van de aanwezigheid van die kloof bewust geweest. Niet onmiddellijk natuurlijk, maar wel in die jaren. Eerst merkte ik verschillen op tussen vriendjes en mijzelf, wat later dat tussen mijn school en die in Bloemendaal. De Bloemendaalse Scholenvereniging, de BSV, daar zaten de kakkers.
Dat verschil met vriendjes werd duidelijk in het soort van huishouden en inrichting van de kamers, dat meer geld suggereerde dan het onze, en door de grootte van de huizen. Wij woonden weliswaar in Santpoort-Zuid, dat gezien werd als ‘de goede kant van het spoor’, maar in een klein vier-onder-een-kap woningbouwhuis. Wel met tuintje voor en achter overigens.
Ziekte en auto’s
Belangrijke reden dat we daar mochten gaan wonen, was de ongeneeslijke ziekte van mijn moeder die zich vlak na mijn geboorte openbaarde. Die spierziekte had ook letterlijk onfortuinlijke gevolgen, financieel en sociaal. Het verhinderde mijn vader bij het opbouwen van een carrière en kostte extra geld voor vervoer (taxiritten) en verzorging (Groene Kruis).
In mijn herinnering versleten we meerdere tweedehands DAF 33’s waarmee we bij mijn moeder op bezoek gingen die regelmatig in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam lag. Soms waren ze zo rot dat je door de gaten onder de vloermat het wegdek onder je zag wegschieten.
Dat was iets anders dan de flinke en nieuwe modellen Peugeot, Ford of Fiat op de stoep bij vriendjes. Daar werd ook anders gesproken over vakanties naar het buitenland, over de wereld en de toekomst, over oudere broers die naar het gymnasium gingen in Velsen, of al studeerden.
Dood en vakantie
Behalve vanwege inkomen en vermogen schuilt de kloof ook in betere kansen voor kinderen, blijkt uit onderzoek: status en aanzien openen interessante deuren, geeft makkelijker toegang tot hoger onderwijs, geeft mooie ervaringen door buitenlandse reizen en leidt tot een betere algemene gezondheid.
Mijn eerste ervaring in het buitenland vond plaats op mijn veertiende. Met mijn vader, zijn vriendin en mijn zus logeerden we in een oude molen in Bretagne, Frankrijk. Aan een kust die totaal verschilde van de kust die ik kende van fietstochten door Duin en Kruidberg of de Kennemerduinen naar het strand of bij de pier van IJmuiden.
Dat was na de dood van mijn moeder. Voor sommige kinderen waren buitenlandse vakanties normaal, zomer en winter. Vanwege de ziekte van mijn moeder kwamen we Nederland niet uit. Met het hele gezin naar een bungalowpark in Voorthuizen in de zomer was al heel bijzonder.
Mijn eerste wintersportvakantie – ik was 21 – was ook de zoveelste confrontatie met mijn vader en de armoede van mijn jeugd. “Je hebt daar toch geen geld voor en ik ga het je niet geven.”
Skiën en liefde
Omdat ik die – overigens beroerd verlopen – week in Oostenrijk toch doorzette om bij mijn toenmalige geliefde te zijn, voor wie een skivakantie gesneden koek was, zette mijn vader daarna de ouderlijke beurs stop. En toen zat ik in Groningen, waar ik een jaar studeerde, ruim 3 maanden aan de grond. Van het andere deel van mijn beurs betaalde ik de huur van mijn kamer, boodschappen en eten stal ik zoveel mogelijk bij de plaatselijke super. Of moet ik zeggen, ik overbrugde tijdelijk een kloof?
Deze ervaring droeg overigens wel bij aan de opdracht aan mijzelf om nooit meer iets te doen wat ik niet wilde, waar ik niet achter stond. Dat is natuurlijk niet echt gelukt. Mislukken doen we waarschijnlijk uiteindelijk allemaal, maar aan de verkeerde kant van de kloof komt het net even harder aan.
Sander en de kloof
Sinds enige tijd is Sander Schimmelpenninck columnist bij de Volkskrant. Daarin heeft hij mij aangenaam verrast met progressieve standpunten of inzichten, want hij heeft de achtergrond en het imago van een verwende rechtse bal. En dat is hij misschien wel, met genoeg dedain voor het klootjesvolk om voor een beleggingsbank reclame te maken? Juist op dit moment van glorie met de VPRO-serie. Toeval of marketing?
Zelf noemt hij zich liberaal, wat gezien zijn standpunten over erfbelasting kan worden aangescherpt tot ‘ouderwets liberaal’, type Pieter Cort van der Linden? Je mag het hopen. De huidige VVD is eerder conservatief en rechts, dan liberaal. Zeg ‘erfpacht’ in die gelederen en je hoort ‘diefstal’. En dat is al heel lang het geval, zoals moge blijken uit dit artikel uit 2013 van Jesse Frederik van De Correspondent. Het is nog steeds actueel. Op Oud Eik en Duinen draait Cort van der Linden zich in zijn graf om.
Hoe het ook zij, Schimmelpenninck is voor het verkleinen van de kloof, die om meerdere redenen van negatieve invloed is. Die kansengelijkheid en een betere verdeling van rijkdom acht hij van belang. Rijkdom is, zoals hij in de eerste aflevering zei, geen garantie dat de beste mensen op de juiste plek terechtkomen. Geërfd vermogen maakt geld, met hard werken heeft dat niets te maken. En belasting op vermogen in plaats van op arbeid zou normaal moeten zijn.
Ik hoorde daar het begrip van ‘onverdiend inkomen’ boven cirkelen, een begrip dat die oude liberalen nog durfden te hanteren.
Tegelijk is zijn motivatie ook angst, want als de kloof te groot wordt zou een gewelddadige opstand van de gemarginaliseerde mensen mogelijk zijn. We zien ook in Nederland pogingen om de bloeddorst tegen zogenaamde elites aan te wakkeren. En gelukkig zijn er inzichten in de verderfelijke rol die het doorgeslagen kapitalisme daarin speelt, inclusief de uitbuiting, uitsluiting en uitputting die daar kennelijk bij hoort.
Voor de 99% moet iets worden rechtgezet.
Essaywedstrijd VPRO en programma
Als je ideeën hebt over het helpen oplossen van de kloof in 500 woorden, kun je dat opsturen naar de redactie van het programma.
Meer over de Schimmelpenninckjes op Wikipedia »