Kijken, nog eens kijken en gezien worden. In de roman De gastspeler loopt hoofdpersoon F. zijn dagelijkse ronde in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt en beschrijft de winkels, de mensen en de buren.
Daarnaast volgt hij dagelijks op televisie de verwikkelingen in De Gouden Kooi. Net als zijn hoofdpersoon heeft schrijver F. Starik de onbedwingbare neiging tot het kopen van branchevreemde producten, die ’thuisgekomen alle glans al verloren hebben’.
Van de tien boeken die F. Starik publiceerde, is dit de tweede roman. ‘Ruim vijftien jaar’ na Mijn leven als museum (1993) ‘voegt hij een nieuw hoogtepunt aan zijn unieke oeuvre toe’, stond in de uitnodiging voor de presentatie. Uitgeverstaal. Superlatieven die je in het werk van Starik niet of niet zonder ironie aantreft.
Maar in die tijd heb ik de auteur, dichter en toen voornamelijk nog beeldend kunstenaar, leren kennen. Als directeur van het Starik Museum der Kleine Werken, tijdelijk gehuisvest in een slooppand aan de Rozengracht. Vanwege zijn brieven – met enige financiële informatie – aan de Sociale Dienst maakte ik voor maandblad MUG een interview met de historische kop: ‘Ik leef en u moet betalen’.
Telescoopsteel
Voor de presentatie in café Nassau in de Staatsliedenbuurt, een geruchtmakende krakersbuurt in de jaren tachtig, drong buurtbewoner en radiomaker Wim Brands (VPRO, De Avonden) aan dat hij voor het publiek links wilde zitten: ‘Daar ben ik voor behandeld hoor!’. Een van de onvermijdelijke vragen aan de auteur betrof dus dat aanschaffen van branchevreemde producten.
Starik vertelde van die neiging om zich tijdens het doen van boodschappen te laten verleiden koopjes aan te schaffen. Dat houdt zoveel in als het onwillekeurig kopen van een telescoopsteel met ragebol bij ‘de Dirk’, terwijl de echte boodschappen worden vergeten. Dat is toch handig en zo goedkoop, en er zijn nog meer opzetstukken verkrijgbaar. Al snel staat de ragebol evenwel werkloos in de hoek en heeft zijn gedroomde glans verloren.
Details
De observaties en gedachten van F. over de buurt en haar bewoners zijn nauwgezet en met oog voor detail opgeschreven. De aanwezige buurtbewoners en vrienden die het boek al hadden gelezen, herkenden moeiteloos de beschreven winkeliers of medewerkers. De bakker, de slager, de pizzeria, de videotheek, de ijzerwinkel, de voordeeldrogist, het Volkswarenhuis en de Gemakswinkel trekken aan de lezer voorbij. Met een fijne beschrijving van de persoonlijke verhouding van de winkelende F. met betrokkenen, of van de sleur van alledag, de vaste uitdrukkingen: ‘Wat kan ik voor u betekenen?’. Of: “Heer. U mag het zeggen.”
Het mededogen waarmee de gastspelers uit de buurt en de bewoners van trappenhuis van de nieuwbouw worden beschreven, wordt duidelijk rauwer als de ontwikkelingen in De Gouden Kooi aan bod komen. Daar speelt ook de verbazing mee over die geforceerde en banale snelkookpan van emoties, althans in de dagelijkse samenvatting van een half uur, want F. heeft tien jaar geen televisie gekeken.
Vrolijk boek
Van de drie prozaboeken van F. Starik, naast Mijn leven als museum is ook Eenzame uitvaart (2005) een aanrader, vind ik De gastspeler het vrolijkste boek. Het boek leest als de spreekwoordelijke trein en behoudt de kenmerkende trekken van het universum van de auteur: het kleine geluk en ongeluk van het dagelijks leven, de onvolkomenheid der mensen (gastspelers?), treffende observaties en onderkoelde tot hilarisch stemmende humor.
Van de volgende passage lag ik in ieder geval dubbel. Het betreft een jeugdherinnering van F. over zijn oom, die hij als hoerenloper betrapt in Amsterdam. Op tienjarige leeftijd bezoekt hij samen met zijn oom het urinoir ‘zonder schaamschot’ van een restaurant:
Ik zag hoe mijn oom een groot, donker geslacht tevoorschijn haalde, waarvan hij vervolgens geroutineerd de roze eikel ontblootte. Ik wist niet eens dat er zoiets onder de voorhuid schuilde. Ik schrok me dood. Leefde het? Was het een ziekte? Een afwijking?
Bij een volgend toiletbezoek heb ik geprobeerd de tuit naar achteren te schuiven, dat ging allemaal heel goed, je kon eigenlijk veel preciezer richten. En het scheelt geweldig in de kaas.
O ja, voor de goede orde. Verder vermeldt de Verantwoording: Iedere gelijkenis met bestaande personen of situaties berust op toeval.
De gastspeler is uitgegeven door Nieuw Amsterdam
Bart van Maanen
wil alle twittervrienden het boek De gastpeler van F. Starik echt aanraden: http://bit.ly/c1oZm