We zijn met een camperbus door Duitsland getrokken. Met als uiteindelijke bestemming Berlijn waar we – na een half jaar – onze studerende dochter zijn gaan ophalen. Grotendeels door voormalig DDR-gebied, voor ons onbekend terrein.
Na een nacht op de camping in Kassel ging de route over Erfurt, Weimar, Jena, de prachtige landstreek Sächsische Schweiz waar we geen camping vonden, Dresden, Meißen, Leipzig, Halle, Kleinmachnow, Berlijn. En op 30 augustus volgepakt, met dochter, terug naar Amsterdam.
Op een bij regen lekkend dakraam na deed ons gehuurde VW-camperbus het uitstekend. Dat we fietsen mee konden nemen, was ook een uitkomst. Duitse steden zijn behoorlijk fietsvriendelijk.
Jena – de stad van lenzenslijper Carl Zeiss – is niet een bijster interessante of mooie plaats is, het iets oostelijker gelegen Weimar heeft daarentegen meer te bieden. In die oude stad wordt je omringd door geschiedenis: de thuishaven van Johann Wolfgang von Goethe en componist Franz Liszt woonde er.
We zijn door het Park an der Ilm gefietst om het Haus am Horn te bezoeken, een villa ontworpen door het bureau van architect Walter Gropius. Het is het enige Bauhaus-project in Weimar, waar Gropius deze school startte.
Schuldig landschap
Van recenter datum in die geschiedenis zijn de Weimarrepubliek (1919-1933) en even ten noorden van de stad werd in 1937 concentratiekamp Buchenwald geopend.
Het is wonderlijk daar op het voornamelijk lege terrein (ongeveer 4 km2) rond te lopen. Je weet dat zich er groot menselijk leed heeft afgespeeld, maar het laat zich niet vatten. Het maakt je afwisselend woedend, cynisch, droevig en machteloos. Met name de (institutionele) wreedheid is en blijft verbijsterend.
Wachttoren met links het crematorium Rechts het kledingmagazijn waar de tentoonstelling te zien is. De restanten van de barak waar met vlektyfus werd geëxperimenteerd op gevangenen. De oppervlakte van de barakken is gevuld met zwarte kolen. Links in de verte het kledingmagazijn Poortgebouw en werkplaats gezien vanaf het terrein Jedem das Seine (Ieder het zijne) – spreuk op toegangshek hoofdingang
Hoewel vooral bedoeld voor politieke gevangenen (en veel Russen) waren hier ook veel Joodse slachtoffers. En dan is KZ Buchenwald nog maar een klein kamp geweest. In de ‘gouden kooi’ van het kamp heeft oud-premier en socialist Willem Drees enige tijd gezeten.
Rijkdom op de camping
Daarna zochten we vruchteloos naar in een camping in Sächsische Schweiz, een bergachtig gebied onder Dresden dat deel uitmaakt van het Ertsgebergte en waar je goed kunt wandelen. Vanwege het aangekondigde goede weer hadden vele mensen een plek geboekt voor het weekend.
Toen werd het toch Dresden zelf. Een beetje hutje-mutje camping waar ons de rijkdom onder de mensen opviel. Gewone tenten zagen we al weinig op campings, maar hier vielen de enorme campers op. Een uitstalling van villa’s op wielen, met gelikte hydraulische systemen om de camper waterpas te parkeren, niet zelden met dure elektrische fietsen achterop. En met rolkoffers die het reservoir van het chemisch toilet bleken te zijn.
De volgende dag hebben we in regenachtig Dresden wat rondgefietst, het beroemde Zwinger bezocht. Eén van de vele gebouwen die na het verwoestende en tamelijk misdadige bombardement van 14 februari 1945 werd geheel zijn herbouwd. In Dresden is de Alt Stadt nieuwer dan de Neu Stadt op de andere oever.
Op weg naar Leipzig stopten we voor koffie en een kleine stadswandeling in Meißen, een oude stad aan de Elbe die ons vanaf Leipzig begeleidde. Via Dessau, Magdeburg en Neder-Saksen loopt de rivier verder naar Hamburg.
Hier ist Heimat
Na Berlijn is Leipzig de grootste stad die we aandoen. De indeling en de gebouwen van de grote camping suggereren een DDR-herkomst. Een beetje ten noorden van het centrum kunnen we er makkelijk langs kanaal de Neue Luppe en het Elsterbecken naar het centrum fietsen.
In Leipzig zie ik een affiche hangen van supermarkt Konsum met de slogan ‘Hier is Heimat’. We bezoeken er onder meer het plaatselijke Stasi-museum, dat in het voormalige hoofdkwartier In den Runden Ecken is gevestigd.
Ook hier nog veel straatnamen die aan de de DDR herinneren. Dat de socialist Karl Liebknecht een grotere straat (een Allee) heeft gekregen dan Max Beckmann, de ‘ontaarde’ schilder die tijdens WO2 in Amsterdam ondergedoken zat, is niet zo gek. Het is wel een heel lelijke straat.
In 1989 kreeg de stad bekendheid als symbool van verzet tegen de SED, de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands. “Wir sind das Volk”, klonk het zelfs op 9 oktober in de straten.
Het oostelijk deel van de stad, de linkeroever van de Elster, is de laatste jaren steeds populairder geworden onder jongeren en studenten. Mogelijk mede door het heropenen van de Felsenkeller aan de Karl-Heine-Straße, een soort Paradiso waar veel bands en dj’s optreden. In de naastgelegen Biergarten lees ik dat Rosa Luxemburg hier de zaal heeft toegesproken in de jaren ’10 van de vorige eeuw.
Geschiedenis, overal geschiedenis
Op weg naar Berlijn stoppen we nog even in Halle, wat een mooi oud stadscentrum heeft en rijden door naar Waldcamping Olympiasee. Het terrein ligt even ten noorden van Marina Coswig. Vanwege een bosmeertje is de See in de naam gerechtvaardigd, het Olympia-deel blijkt te herleiden tot de Olympische Spelen van 1936. Duitse atleten hebben zich in de gezonde woudlucht voorbereid.
De Spelen die om reden van nazipropaganda in beeld zijn gebracht door Leni Riefenstahl, de Spelen waar de zwarte atleet Jesse Owens 4 gouden medailles behaalde.
De volgende dag rijden we door naar Kleinmachnow, bij de Wannsee, naar onze camping voor Berlijn. Met de bus en de S-Bahn zijn we daarvandaan ruim een uur onderweg naar de Sonnenallee, waar onze dochter de laatste maanden verbleef.
Begin maart, een week voor de lockdown, brachten we haar naar deze fascinerende stad. Hier, zeker hier, loop je dagelijks tegen de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog aan. Maar het is ook een stad vol energie en leven, creativiteit, cultuur en kunst.
Dus aten we heerlijk Vietnamees in de Weserstraße, fietsten door Volkspark Hasenheide, bezochten een tentoonstelling in museum Gropius Bau en namen deel aan een rondleiding door dat rare vliegveld in het centrum van de stad, Tempelhof.
Tempelhof vanaf de baankant Basketballveld van de Amerikanen op Tempelhof Luchtfoto van Templhof vlak voor sluiting Otobong Nkanga – Double Plot (wandtapijt) Otobong Nkanga – Solid Maneuvers (installatie en performance) Otobong Nkanga
En zo dook de naam Gropius tweemaal op in deze vakantie. Bij Gropius Bau in Kreuzberg gaat het evenwel om oom Martin, niet om Walter.
De tentoonstelling There’s No Such Thing as Solid Ground is erg interessant. Het werk van Otobong Nkanga gaat ook over de verstoorde relatie van mensen en de aarde. Op mij maakte Solid Maneuvers veel indruk,omdat het staat voor de meedogenloze jacht op grondstoffen en de uitputting van de aarde. De begeleidende perfomance (te zien op videoscherm links op de foto) is indrukwekkend.
Mijnbouw heeft in Duitsland nog steeds grote betekenis, voor de mensen en het landschap. En ik las tijdens de reis Rummelplatz (Kermis) van Werner Bräunig, een vergeten roman van een vergeten schrijver uit de DDR. Een meesterlijke vertelling over de uraniummijnen in het Ertsgebergte. Over de chaos en de opbouw van de heilstaat eind jaren ’40.
Het is een mooi land, Duitsland. Rijdend door glooiend en open land deden sommige stukken deden me erg aan ‘erfvijand’ Frankrijk denken. Een land waar je je op de een of andere manier bewuster bent van die ganze Geschichte dan in je eigen land.
Inge
Leuk om Over jullie avonturen in oost Duitsland te lezen
Bart van Maanen
Dank je, Inge. Ik voel nog een blogje aankomen over Rummelplatz, het boek dat ik nog aan het lezen ben. Deze roman speelt zich af precies in het gebied waar we zijn geweest.