Feitelijk maakt de regering van Donald Trump meer doden dan de aanslag van 11 september. Als deze uitspraak waar is, maakt het niets uit voor de steun die hij krijgt. Als het niet waar, ook niet. De huidige Amerikaanse, maar ook onze democratie werken niet meer. Het is voornamelijk voor de bühne. Buitenparlementaire acties zijn soms gerechtvaardigd.
Zaterdagavond 23 mei bleef ik hangen bij Nachtwacht op de Belgische televisie. Het is een discussieprogramma met presentator Jan Leyers. Filosoof en journalist Thomas Decreus kreeg de ruimte om zijn visie op politieke macht en democratie te ontvouwen. ‘Politici zijn machteloze figuranten’, was de stelling, naar aanleiding van zijn essay Spektakeldemocratie.
Op de website De Reactor wordt de inzet van zijn werk beschreven als een middel om de ‘democratie te democratiseren en meer vrijheid en gelijkheid te creëren’. Hij is links, maar analytisch en kritisch. Geen zoete koek.
Decreus ging er in Nachtwacht goed op los. Hij somde meerdere buitenlandse leiders en politici op, die de belangrijkste beloften van hun verkiezingscampagnes niet waar maakten. Van Macron in Frankrijk tot Obama in de VS.
Daarnaast hebben politici in België, maar ook in Nederland, bar weinig kunnen veranderen aan de grote problemen die er al lang zijn. De woningnood is er nog steeds, problemen met migratie, discriminatie en ongelijkheid op meerdere vlakken, in Nederland, in Europa. De aanstaande klimaatramp wordt ook niet met nationale daadkracht of Europese eendracht aangepakt.
Die verdeeldheid zorgt zelfs dat bestaansrecht van de hele Europese Unie onder druk staat. Dat is een slechte zaak.
De echte macht is niet democratisch
De echte macht is teveel komen te liggen bij internationale instellingen (IMF, WTO, ESB) die vrijwel zonder democratische controle functioneren, bij multinationals die vaak machtiger zijn dan staten, bij internationale vrijhandelsverdragen en markten, is de gedachte van Decreus.
Democratische verkiezingen veranderen daardoor zo goed als niets. Mark Rutte, de verbaal begaafde bedrijfsleider van Nederland, heeft dus eigenlijk gelijk. Hij kan het zonder visie doen, nergens voor nodig die olifant in je uitzicht.
Begin dit jaar verscheen van Decreus Spektakeldemocratie, een historisch-filosofische beschouwing over de democratie de afgelopen tweehonderd jaar. Dat spektakel beschreef hij als een samenspel van politiek en media, waarin entertainment en ophef belangrijker zijn geworden dan de politieke idealen of de besluitvorming zelf. De populaire opvatting is bewaarheid geworden: politiek is theater.
Politiek en media zijn hierin tot elkaar veroordeeld, op zich geen nieuwe gedachte , maar voor de geloofwaardigheid van beide domeinen op zijn minst problematisch.
In dat spel wordt de legitimiteit van de politicus bepaald, niet door zijn ideeën die hij ‘zonder last of ruggespraak’ naar voren zou moeten brengen. Zie bijvoorbeeld een zeer zinnig en bescheiden voorstel over arbeidsmigratie van Maarten Groothuizen (D66) dat half februari in de Tweede Kamer met grote woorden en op hoge toon de grond werd ingeboord. Dat is (of was) toch echt een poging tot een oplossing van een reëel bestaand probleem.
De Trumpisten
Die politieke macht is en wordt versplinterd. Zij die een spektakel weten te maken in de media, worden ‘het mannetje’. De Trumpisten noemt Decreus hen in zijn boek. In de Nederlandse context zijn dat Wilders en Baudet , in Vlaanderen is dat bijvoorbeeld Theo Francken. Maar Berlusconi en Pim Fortuyn in het verleden opereerden op dezelfde manier.
Dat het achterlijk geroeptoeter van Trump een heuse politieke strategie is geworden, is behalve bedenkelijk ook nogal zorgelijk. Want intussen veranderd er niets, zit die overschatte democratie van de VS nog steeds op slot en worden bedenkelijke en corrupte praktijken uit de wind gehouden.
De paradox is dat iedereen wel weet dat Trump uit zijn nek lult, maar dat het zijn populariteit niet lijkt te schaden. Misschien komt dat nog, gezien de dramatische hoge sterftecijfers door covid-19, maar die onveranderlijke populariteit van Trump laat de analyse van Nesrine Malik in De Correspondent wel zien.
Zou die ’tribale behoefte’ leiden tot een nieuw soort verzuiling? Op sommige bewegingen wordt in ieder geval wel tribaal gereageerd. De opstand van de Gele Hesjes werd door Macron in eerste instantie beoordeeld als de ‘politiek van de haat’. En ook met Extinction Rebellion weet de politiek niet goed raad.
Terwijl het omgekeerde het geval is: het is een gerechtvaardigde opstand tegen een immobiel systeem. Tegen een staat met een harteloze democratie, met parlementariërs die niet meer luisteren naar de mensen die ze vertegenwoordigen. De Haagse stolp?
Wanneer er geen hoofd namens de organisatie spreekt, er geen leider of duidelijk aanspreekpunt is, wordt deze opstand gediskwalificeerd. Hoewel er bij Nachtwacht wel degelijk iemand was om het verhaal van Extinction Rebellion te vertellen. Een redelijk verhaal ook, maar wel van mensen die zien dat de huidige politiek is vastgelopen.
In de ogen van Decreus is het keerpunt gelegen in de democratische vrijheid die in de jaren ’60 is bevochten. De Tweede Wereldoorlog leefde nog vers in herinnering, iedereen was nodig om Europa opnieuw op te bouwen, bedrijven en arbeiders hadden elkaar nodig en vakbonden waren een belangrijke stem in de politieke besluitvorming.
Not so kinky Friedman
Hij ziet het neoliberalisme, dat economen Milton Friedman en Friedrich Hajek bepleitten, als een conservatieve reactie op die democratische vrijheid en het communistisch gevaar. De rol van de overheid moest worden teruggedrongen en de markt moest zijn werk doen. Hun theorie steeg eind jaren ’70 in populariteit en in de jaren ’80 omhelst door Ronald Reagan en Magaret Thatcher.
De bevolking is een rad voor ogen gedraaid met de valse keuze tussen neoliberaal kapitalisme versus socialisme of, nog erger, communisme. De overheid als regulerende kracht in de maatschappij is door de neoliberalen altijd verdacht gemaakt, zorgde alleen maar voor bureaucratie en kostte teveel geld. De markt kon alles oplossen.
In Amerika heeft de eerste stroming het pleit gewonnen en intussen is de hele politiek geprivatiseerd. Alleen zie je de maatpakken en niet wie de shirtsponsor is. In het Huis van Afgevaardigden zitten vrijwel alleen miljonairs.
Het voorspelde trickle-down-effect , waarin de mensen aan de onderkant profiteren van de rijkdom aan de bovenkant, laat nogal op zich wachten. (Bij de VVD geloven ze die fabeltjes nog steeds.) Meer dan 40 miljoen mensen leven onder de armoedegrens in de VS. Welcome to America.
Meer democratie is nodig
Amerika is geen voorbeeld meer. Geen enkele grootmacht eigenlijk. Misschien Costa Rica, wie weet? Meer democratie is nodig, meer inspraak van de burgers, die moeten kunnen leven met hun politiek bestuur. Zoals econoom Irene van Staveren opmerkte:
Economen denken alleen in termen van markt en overheid, maar ze vergeten het derde domein: dat van de gemeenschap.
Meer democratie, meer zeggenschap voor burgers, is nodig. Maar hoe doe je dat? Schrijver David van Reybrouck schreef het boek Tegen verkiezingen (2013), waarin een experiment met burgerraden behoorlijk goed uitpakte.
In Buitenhof afgelopen zondag (NPO1, 24-05-2020) vertelde hij dat hij hierover ooit met president Macron had gesproken. Die was onder de indruk geweest. De president organiseerde in ieder geval iets vergelijkbaars door het hele land het afgelopen jaar. Onduidelijk is wat die dialogen met de burgers concreet hebben opgeleverd, maar toch, ze waren er.
Wat bepalend zal zijn voor verbeteringen aan het democratisch stelsel bij de volgende verkiezingen volgend jaar is de emotie. We moeten hopen dat de burgers stemmen als burger en niet als een verwende kiezer die denkt dat het ’toch geen reet uitmaakt’. Al is daar alle reden toe. En politici moeten die verwende kiezer niet naar de mond praten. Als politici machteloze figuranten zijn geworden, berg je dan maar.
De buitenparlementaire acties zijn er echt niet voor de lol, maar wel voor de mensen in de reëel bestaande wereld. Laten we dus Ben Ali Libi gedenken.
Ben Ali Libi
Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In ‘t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, die arme schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Willem Wilmink