In de Nieuwmarktbuurt hebben we dagelijks met wildplassen te maken. Door een woningruil zijn we in 2001 in deze woning op begane grond terechtgekomen. Met twee kinderen waren een extra kamer, een grotere keuken en zelfs een tuintje zeer welkom. Maar wel in nabijheid van een wildplasplek.
Behalve een smerige stinkplek geeft het ook ongevraagde stress en blikvernauwing. Soms zie je niet gewoon een mens lopen, maar een Potential Pissing Unit (PPU). Een zoekende blik en je ziet zijn hand al naar zijn gulp reiken…
Afval, zwerfvuil, grote drukte door toeristen en bezoekers. Het zijn actuele ergernissen van bewoners van de Amsterdamse binnenstad. Door bezuinigingen op de stadsreiniging en op handhaving is het regelmatig smerig in sommige straten. En door de drukte van zuipende hordes is ook het wildplassen toegenomen. Bepaald geen goede city marketing.
Illegaal lozen
Op de Nieuwmarkt kon je begin jaren ’90 zelfs in het weekeinde en kanon afschieten. De hoeveelheid volk zoals dat dezer dagen, dag en nacht, door de straten trekt, was er niet.
Toen we in de winter van 2001 verhuisden, grapten we nog wat over het verhaal van de vorige bewoners. De man van het stel was meermalen zwaaiend met een honkbalknuppel in achtervolging van heroïnejunks, dealers (andere tijd) en wildplassers gesignaleerd. Zo erg kon het toch niet zijn?
Dus wel. Met de toenemende populariteit van de buurt werd het eigenlijk steeds erger. Als we een reeds uitgezeken of nog waterende Pissing Unit aanspreken op zijn illegale lozing, worden mijn vrouw of ik zelf regelmatig vervloekt of agressief bejegend.
Zeker als ze in groepen – provincialen, laveloze Britten, en andere nationaliteiten – langskomen, is de sfeer gelijk gespannen. “Moet je hier maar niet gaan wonen, ” zei zo’n provinciaal nog.
Voor de duidelijkheid: op wildplassen staat een boete van €130. Probleem is wel dat een bevoegd ambtenaar de wildplasser op heterdaad moet betrappen.
Sinds een paar dagen staat er voor werklieden een chemisch toilet (Dixi ) in het doorgangspoortje waar we naast wonen. Die zit natuurlijk op slot, want alleen voor de gevelwerkers. Maar rondloerende PPU’s komen toch even kijken.
Op slot, nou ja, er zijn toch maar mooi twee beschutte hoekjes bijgekomen door de Dixi.
De piep kan hier prima uit de broek. En zo geschiedt.
Wildplassen vanuit ander perspectief
In 2003 heb ik een andere benadering geprobeerd: het perspectief van de hoge nood. Hoe staat het met de voorzieningen? Die waren er inderdaad te weinig. Van de klassieke plaskrullen stonden er twee op de Nieuwmarkt, aan de noord- en de zuidzijde. Maar op de toegangswegen naar het plein, de Wallen uitgezonderd, stond en staat de bezoeker in hoge nood vertwijfeld om zich heen te kijken.
Als radioverslaggever bezocht ik dat jaar de beurs Urban Planning in de RAI. Op zoek naar straatmeubilair dat aan die hoge nood van de PPU’s tegemoet zou kunnen komen, kwam ik uit op twee serieuze kandidaten.
- De Urilift – een in de straat verzonken urinoir dat bij het Paleis op de Dam effectief schijnt te zijn. Nadeel is dat de Urilift lastig is te plaatsen vanwege de vele kabels in de grond. Het ding heeft stroom, water, elektriciteit en aansluiting op het riool nodig. Door al die techniek is het dus best een dure pisbak. De verkoper op de beurs gaf mij na een demonstratie gelijk een financieringsplan mee.
- De plasmast – een waterloos urinoir van een grote gewalste plaat voor 1 persoon. Aan dit urinoir zit een paal vast, met verlichting, zodat het herkenbaar is in het straatbeeld. Het kan geplaatst worden op een kleine oppervlakte en heeft een aansluiting op het riool nodig. In 2001 onthulde de toenmalige wethouder Jan van Zanen drie van deze openbare urinoirs in Utrecht.
Inspreekbeurt wildplassen
Gewapend met deze kennis en aanvullende ideeën ben ik in 2003 naar de commissie terzake van de Stadsdeelraad Centrum gegaan. Voor mijn inspreekbeurt werd ik de volgende dag per e-mail vriendelijk bedankt door een ambtenaar en daarna werd het stil.
Intussen is op de Nieuwmarkt nog maar één plaskrul te vinden en de mobiele plaskruizen die eerst nog werden geplaatst voor het weekeinde zie ik al jaren niet meer.
In een dataset (inmiddels niet meer beschikbaar) van de gemeente waren de huidige urinoirs of plaskrullen te vinden. Of ze altijd op zo’n strategische of bereikbare plek staan, is de vraag. Zoals hierboven aan de Nassaukade.
Pis als verdienmodel
De Gemeente Amsterdam zou toch eens wat zakelijker tegen deze problematiek moeten aankijken. Behalve dat door passende maatregelen bewoners gelukkiger worden, stankoverlast wordt verminderd en minder conflicten met PPU’s zullen zijn, kun je geld verdienen met pis.
Bijvoorbeeld.
Handhaving bij onze wildplasplek zou bij het momenteel realistische gemiddelde van 10 lozingen (x €130) dus al €1.300 kunnen opleveren. Per dag welteverstaan!
Bijvoorbeeld.
Friese ambtenaren hebben in 2013 met hun plasjes al elektriciteit opgewekt. Schone stroom uit restafval. Iets vergelijkbaars vond dit jaar plaats tijdens Lowlands. Schrijf een prijsvraag uit voor slimme concepten en acties.
Bijvoorbeeld.
Het terugwinnen van fosfaat, dat een schaars goedje is geworden, uit urine is een mogelijkheid. Daarom heeft het zin om al die urine van binnenlandse en buitenlandse gasten, die nu misschien verloren gaat en oude gebouwen bedreigt, structureel goed te verwerken.
Daar zijn vast meer goede ideeën over. Terrasbelasting voor toiletvoorzieningen zoals in Gent of meer juffrouwen van de retirade:
Onder de brug bij tante Mie,
Aldus oud-buurtgenoot Gerbrand Adriaensz. Bredero (1585-1618).
daar kan je kakken voor een spie.
En als je niet meteen betaalt,
dan word je door de stront gehaald.