“Van onderop bouwen we aan een betere, goedkopere, waardegedreven verzorgingsstaat”, lees ik op de website van het Instituut voor Publieke Waarden. Dat klinkt goed, toch?
In november 2011 publiceerde dit voor mij geheel nieuwe instituut een pamflet, getiteld In ons belang. Dus naar de echte pamfletten boekhandel gesneld – Atheneum op het Amsterdamse Spui – en lezen. Schrijvers Eelke Blokker en Albert Jan Kruiter hadden me enthousiast gemaakt door hun radio-optreden.
Één van de opmerkingen die mij trof in dat gesprek bij Casa Luna (Radio 1) op 5 januari ging over de wijze waarop de overheid burgers niet meer benadert als landgenoten met een vraag, probleem of verzoek, maar als potentiële fraudeur.
Die opmerking deed mij denken aan een interview dat ik in 2004 had met de toenmalig wethouder van Werk en Inkomen van Amsterdam, Ahmed Aboutaleb (PvdA). Aanleiding was de verplichting voor werklozen tot het doen van vrijwilligerswerk. De huidige staatssecretaris van Sociale Zaken Paul de Krom (VVD) hoorde ik daar laatst ook weer over. Voelde zich een hele vent natuurlijk.
Uitkering of taakstraf
Enfin. Ik ging er toen lekker tegenaan met de openingsvraag: “Wat is nog het verschil tussen het hebben van een uitkering en een taakstraf?” Volgde een ontwijkend, maar prima geformuleerd antwoord van Aboutaleb. Zoiets als De Krom nu ook doet: wat terugdoen voor de samenleving. Dat mag natuurlijk altijd, maar helpt verplichten?
Dit voorbeeld is gelijk een voorbode van een conclusie in het pamflet dat de traditionele politieke stromingen in Nederland ‘een karikatuur van zichzelf zijn geworden’, socialisme en liberalisme in dit geval.
Het ongenoegen van burgers wordt gevoed door deze lege instituties, constateren de schrijvers, waaronder die partijen die de afgelopen dertig jaar in wisselende samenstelling hebben geregeerd en nu in ideologische crisis verkeren. Was Nederland niet ‘af’?
Onbedoelde effecten
Het pamflet opent met 5 goedgekozen voorbeelden waarbij goedbedoelde overheidsregels het tegenovergestelde veroorzaken en mensen treft: een ongeregistreerde dakloze, een oma die gastouder wordt, een stel dertigers dat toch maar Polen inhuurt voor de verbouwing, een Wajonger die uit armoede rommelt met mobieltjes en abonnementen, een stel dat wordt overvraagd door inzet van het PGB van de buurman aan wie ze burenhulp wilde geven.
Opvallend daarbij is dat het allemaal om financiële regelingen gaat, die de boel verstoren: landelijke regels, tussen rijks- en lokale overheid, tussen rijk of gemeente en burger. Overheid en politiek bestuur proberen alles tot een financiële zaak te terug te brengen en daarmee iets te sturen.
Private winst, publiek verlies
De verzorgingsstaat heeft Nederland veel gebracht, maar is uit de hand gelopen. De verhoudingen tussen markt, overheid en het – mede door de overheid gestimuleerde – eigenbelang van burgers zijn volkomen verstoord. Het is onderdeel van wat de schrijvers ’the tragedy of the commons’ noemen, een onafwendbare tragedie waarvan de slotakte nog niet in zicht is.
De kloof tussen private belangen en publieke belangen weten we nauwelijks meer te overbruggen.
Door het eigenbelang van de burgers, door overheid en ambtelijke molens, maar ook de halfbakken privatisering van sommige overheidsdiensten die in de jaren negentig opkwam heeft daar ook aan bijgedragen. Zie de NS, moet weer geld bij, belastinggeld. Organisaties op ‘afstand’ gezet van de overheid, meer marktwerking of publiek-private samenwerkingen, want dat zou schelen in de uitgaven en de dienstverlening verbeteren. Nou, bepaald niet altijd, weten we dus, al rijdt dat treintje voort.
Terecht halen Blokker en Kruiter de onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau aan, waarin Nederlanders steeds als tevreden en gelukkige mensen naar voren komen, die echter ook steeds meer ontevreden zijn over de democratische verzorgingsstaat, normen en waarden, politiek en bestuur. Die gezamenlijke problemen worden maar niet opgelost. “Onze private belangen staan boven aan de agenda, maar ons gemeenschappelijk belang is verweesd.”
Actuele voorbeelden
Uit het recente nieuws blijkt wel dat deze tragedie nog doorgaat. Natuurlijk bureaucratie, heeft er zeker mee te maken. Het is niet ondenkbaar dat Albert Jan Kruiter als lid van De Kafkabrigade voorbeelden heeft aangedragen. Maar het gaat ook om overheidsinstellingen die nodig zijn voor het welzijn en het vertrouwen van de burger. Neem de Inspectie voor de Gezondheidszorg die toezicht moet houden op de kwaliteit van ziekenhuizen en artsen. Dat zit gewoon een potje zitten liegen om zijn verantwoordelijkheid naar bestuur en burger te ontduiken, zoals bleek tijdens de uitzending daarover van Radar.
Of zie, dezelfde avond op televisie, De slag om Nederland, waarin ROC Arcus in Heerlen de plaatselijke politiek blijkt te hebben gechanteerd om een overbodig, zelfs schadelijk (door leegstand), maar door de Raad van Bestuur gewenst en kapitaal (100 miljoen) nieuw complex te kunnen gaan bouwen. Een initiatief dat zij overigens als laatste ROC in Nederland hebben genomen, dus groter leed is al geschied. Reeds. Vandaar dat ik deze tweet wel kon waarderen:
Op zoek naar een nieuwe civil society
Moeten we lijdzaam toezien tot die hartverscheurende slotakte van deze tragedie voorbij is? Kunnen we wat doen? De auteurs stellen dat we dan ‘over de schaduw van ons verkeerd begrepen eigenbelang moeten springen’. Overheid, bedrijfsleven, burgers en civil society. Want iedereen ziet wel in dat vrijheid, gelijkheid en broederschap belangrijke publieke waarden zijn. Of dat de democratische verzorgingsstaat best wel iets mag kosten, en dat echt niet alles in geld is uit te drukken.
“Herwaarderen van wat we gezamenlijk hebben en delen, is een eerste betekenisvolle stap. Niet omdat het ethisch, moreel of politiek correct zou zijn, maar omdat we er belang bij hebben. Gezamenlijk belang, wel te verstaan.”
Henk, Ingrid? Hallo Simpelveld! Iedereen veel succes!
In ons belang – pleidooi voor publieke waarden
door Albert Jan Kruiter en Eelke Blokker
Uitgeverij Van Gennep Amsterdam, november 2011
Eerder verscheen van Albert Jan Kruiter bij dezelfde uitgeverij: Mild despotisme – Hedendaagse democratie en verzorgingsstaat door de ogen van Alexis de Tocqueville. Deze filosoof speelt in dit manifest een grote rol. In ons belang heeft interessante raakvlakken met een manifest van Stad in beweging dat vorig jaar mei verscheen.
De opening van Stad in beweging gaat zo:
“Het is een vreemde paradox. Gekanker op de overheid is aan de orde van de dag. De overheidsbureaucratie wordt flink beschimpt, de verkokering aangevallen en de registratiewoede gehekeld. Maar als er bezuinigd moet worden dan reageren mensen alsof van hen iets dierbaars wordt afgepakt. Wij willen niet langer door deze bizarre paradox gevangen worden. Als de manier waarop de overheid en instituties zijn georganiseerd niet een onderdeel van de oplossing is, maar een onderdeel van het probleem, dan moet het snijden in de overheid en instituties ook een bevrijding kunnen zijn.” – uit het Eigen kracht manifest