Het doet pijn als een goede man sterft. En zo verschrikkelijk goed kende ik Robert Hack niet eens, maar onmiskenbaar is een leuke, intelligente en talentvolle man plotseling verdwenen.
Robert zag ik op verjaardagen en feestjes van de familie. Ook al omdat hij in Rotterdam woonde en werkte, zagen we elkaar dus met name bij dit soort gelegenheden. Het idee dat hij zo uit het leven gekegeld zou worden, leek absurd, is absurd. Gelukkig had hij er zelf vrede mee, hoewel de kanker wel erg snel en hard ging. In een tijd van weken was het gebeurd.
Multitalent
Hij was kunstenaar en een multitalent. Beeldende kunst, fotografie en schrijven: hij kon het. Aanvankelijk zat hij op de route om docent tekenen en schilderen te worden, maar hij vervolgde zijn studie bij Ateliers ’63 in Haarlem. Bij zijn beeldende werk in de openbare ruimte betrok hij zelfs hele datasets en bewegingssensoren om het beeld interactief te maken. Dat flikte hij bij Mannes, een reusachtige hond op het plein voor het station in Assen en de D-Toren in Doetichem.
Deze zomer las ik zijn boek Het Tsaar Peter Dossier, een novelle die is voortgekomen uit een kunstopdracht. In dit verhaal, over een Rotterdamse kunstenaar met een opdracht in een Amsterdamse buurt, laat hij zijn literaire talent zien. Iets vergelijkbaars heeft gedaan bij zijn ruiterstandbeeld John Wayne, waar hij eveneens een novelle bij schreef, Het wonder van Wateringse Veld. Dat heb ik (nog) niet gelezen.
Waterverven
De laatste jaren concentreerde hij zich op waterverven. Door alle juridische getouwtrek met zijn kunst in de openbare ruimte, met name met Mannes in Assen, keerde hij zich van dat type werk af. Dat heeft hij me wel eens verteld. Na een residentie van 6 maanden in Basel, in de zomer van 2013, keert hij terug naar het atelier. Dat was ook gelijk een terugkeer naar zo’n beetje het meest basale materiaal: papier, krijt, potlood en waterverf. En dat werk is prachtig.
Robert heeft daarnaast veel les gegeven, in Maastricht, Rotterdam en Amsterdam, zodat hij vele jonge kunstenaars tijdelijk onder zijn hoede heeft gehad. Ik vermoed dat hij het soort docent is geweest die je iedereen toewenst: open, wel eigenwijs natuurlijk, maar een hartelijke gids langs kansen en mogelijkheden, oordelend misschien maar niet veroordelend.
Het werk links heet Fetisj. Bij het werk rechts stond op Instagram en Facebook de volgende tekst (mijn opmaak):
“Nadat Clara Granda ‘A.L.I.C.E. V (kind dat de trap afdaalt)’ had gezien kreeg ze onderstaand gedicht van de Spaanse dichter Rafael Alberti niet meer uit haar hoofd. Lees mee:
Het meisje dat weggaat naar de zee.
Wat blank draagt zij haar rokken, het meisje dat weggaat naar de zee!
Ach meisje, pas op vlekken, de inktvis zwemt met je mee!
Wat blank je handen, meisje, wat ga je weltevreê!
Ach meisje, pas op voor vlekken, de inktvis zwemt met je mee!
Wat blank je hartje, en wat blank je blik, owee!
Meisje, pas op voor vlekken, de inktvis zwemt met je mee!
Uit: Marinero en tierra, Rafael Alberti, 1925. Vertaling: Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer.”
Meer over Q.S. Serafijn op zijn (onvoltooide) website: https://qsserafijn.nl/
En op zijn Wikipedia-pagina en Instagram
Geef een reactie