Alsof er een toverdoos is geopend. Wonderlijke, ijle, zware, diepe, tinkelende en zoemende klanken vullen de ruimte van het atrium in het Muziekgebouw aan ’t IJ.
Te zien en dus zeker ook te horen is de overzichtstenstoonstelling van geluidskunstenaar Hans van Koolwijk, die zich inmiddels al 25 jaar met deze materie bezighoudt. En materie is het goede woord, want zo bekijkt hij het: klank is materie. Zondag 5 september sprak ik met hem.
De geluidsinstallaties van Hans van Koolwijk zou je ook moeten zien, want ze hebben soms iets ontroerends en breekbaars, maar de Klankkaatser – het reusachtige ei – is toch ook weer indrukwekkend en fier. Of iets dwaas, zoals de Kroon. Van Koolwijk is dan ook als beeldend kunstenaar opgeleid. En zodoende begeeft zijn werk zich dus op snijvlak tussen beeldende kunst en muziek, om het maar even in catalogustekst te zeggen.
Ik wil verwonderen, niet verbazen.
Ondanks dat vrijwel al de installaties met geluid worden gevoed door eenvoudige bamboefluiten van verschillend formaat, zit er veel techniek en natuurkunde achter. Wonderbaarlijk, ontdekkingsreisjes. Ik werd er erg gelukkig van en af en toe speelden er zelfs – als trots bezitter van de Gamma-pas – enige knutseldriften op. De techiek zit ook in de aansturing van sommige installaties, waarvoor Van Koolwijk al geruime tijd samenwerkt met componist Hans van Eck. Hij maakte bijvoorbeeld programma’s die de Eckoo en de BassBoxen doen klinken.
Interview met een geaard mens
Bijzonder gelukkig was het dus dat Hans van Koolwijk zelf aanwezig was in het Muziekgebouw, zodat ik met hem even een gesprek kon hebben. Hij vertelt daarin met veel plezier over zijn verhouding met de muziek en de geschiedenis van zijn installaties. Play loud!