Zunderdorp, 12 december 2008 – Waren het tijdens de première op Oerol nog zwaluwen die de voorstelling ‘Rainer Maria’ begeleidden, afgelopen vrijdag gaven vooral de kou en een incidenteel klaterende straal urine of verbaasde loei van een rund de opvoering extra kleur.
Even boven Amsterdam speelde theatergroep De Warme Winkel hun voorstelling over leven en werk van de dichter Rainer Maria Rilke (1875 – 1926).
Een bijtende wind sloeg je in het gezicht rondom boerderij de Stadshoeve. Rond zes uur had een deel van het publiek zich al verzameld, want voor de twee voorstellingen in Zunderdorp behoorde een ter plaatse bereid, biologisch diner tot de mogelijkheden.
Boergondineren hebben de initiatiefnemers Mick Sonnenfeld en Kees Poldervaart hun ambulante kookwinkel genoemd. Zij koken op een Oklahoma Chuck Wagon, een mobiele, op beukenhout gestookte oven die al in het vroege Amerika van het Wilde Westen werd gebruikt.
Eten in de stal
Het driegangen diner werd geserveerd in een ruimte naast de grupstal, waar de 25 koeien bij onze binnenkomst werden gemolken. Omdat de mensen van de productie – acteurs, techniek en productie – ook aanschoven, werd op de voergang nog een tafel gedekt. Rond acht uur, terwijl de koffie na de smakelijke maaltijd werd geserveerd, arriveerden de andere bezoekers voor de voorstelling, die plaatsvond in de aangrenzende schuur.
Snuffelstage
Zo’n 70 bezoekers nestelden zich op de van hooibalen geïmproviseerde tribune. Er werden vanwege de koude dekens uitgereikt door Johan, ‘een student’ bezig ‘met een snuffelstage’ bij Frascati. De schutterige Johan was gevraagd wat te vertellen over het stuk. Rainer Maria Rilke was in zijn vroege jaren, omdat zijn moeder liever een meisje had willen hebben, altijd als meisje aangekleed. Daarom was hij ‘fragiel en kwetsbaar’.
In Johan herkenden we daarna een van de ‘echte’ acteurs van het stuk, namelijk Jeroen de Man, een van de oprichters van De Warme Winkel. De anderen zijn Mara van Vlijmen en Vincent Rietveld. Voor deze voorstelling voegde zich Maria Kraakman bij het gezelschap. De recensies zijn vanaf de première bijzonder lovend.
Banaal en verheven
Naast tekst uit brieven zijn de meeste gedichten van Rilke voor de voorstelling zijn gehaald uit de bundel Nieuwe gedichten (1907) in de vertaling van Peter Verstegen (Van Oorschot, tweetalige editie). Zoals ‘De geboorte van Venus’ in de voorstelling:
In ’t eerste zonlicht glinsterde haarschuim
van ’t wijde golvenschaamdeel: aan de rand
het meisje, staand nu, blank, verward en vochtig.”
“Ehh, bedoel je nu haar schuim of haarschuim?… Ik ben het even kwijt… Zei je nou ‘golvenschaamdeel’?
Die geestige introductie en dit type scène over de romantische en ernstige dichter Rilke typeren het stuk ten dele. Die ernst wordt dan wel op komische wijze gebanaliseerd, maar gedurende het stuk is er eveneens geen ontkomen aan de kracht van de poëzie en schrijfkunst van Rilke, die daarnaast nog een roman (De aantekeningen van Malte Laurids Brigge) en 18.000 brieven heeft nagelaten.
Tegelijk zitten er in de enscenering en ‘montage’ van scènes erg mooie en aangrijpende toneelbeelden verwerkt die je het lachen wel doen vergaan. Onder de modder en gekooid brengt Jeroen de Man bijvoorbeeld een geweldige tekst van Rilke over de noodzaak en de waarde van kunst. Het beeld herinnert weer aan het eerder genoemde gedicht van Rilke ‘De panter’, waarin hij een gekooide panter in Jardin des Plantes in Parijs beschrijft.
Zijn blik is van het langsgaan van de stangen
Uit: Nieuwe gedichten (1907)
zo moe geworden dat hij niets meer ziet
Wel duizend stangen houden hem gevangen
en meer dan duizend stangen is er niet.
Belangrijk bij het maken van de voorstelling waren gesprekken met Rilke-vertalers. Hoe zou u de voorstelling willen verlaten, was dan de slotvraag. ”Getroost! Met warmte in mijn hart”, antwoordde Atze van Wieren. En zo was het op mijn koude verjaardag ook.