Met gezin en enige aanhang zijn we 24 juli vertrokken naar Amerika, naar New York! Mijn reislustige vrouw bedacht de reis als een cadeau voor mijn dochter en zoon (een middelbare schooldiploma en een propedeuse). Voor mij lag zodoende mijn eerste intercontinentale vlucht voor de boeg.
Je kan over Amerika een dubbel gevoel hebben, een manier om te ontkomen aan het land of zijn invloed is er niet. Wat kon mij Vietnam schelen toen ik als 7-jarige – in 1969 – begon met honkballen, één van de populairste sporten van het land. Voor mij staat New York dus ook gelijk aan de Yankees en Yankee Stadium.
Het eerste deel van de vlucht ging via Dublin Airport. In de twee uur overstaptijd willen we proberen gelijk door de Pre-Clearance te komen, zodat we de vaak hectische en langdurige douanecontrole op JFK Airport kunnen omzeilen. Dat lukt ook prima, maar niet zonder uitgebreide beveiliging. Eerst van Ierland zelf. Uit verbazing dat ik mijn schoenen moest uittrekken, grapte ik wat over ‘my shoe bomb’ tegen een Ierse mevrouw van de douane.
Dat kwam mij te staan op een reprimande en de waarschuwing dat ik dat woord nog maar tweemaal hoefde te herhalen om een arrestatie te rechtvaardigen. Okay, relax.
De U.S.A. begint in Dublin
Voor de Pre-Clearance moesten de schoenen nogmaals uit, waarna de controle van de US Customs volgde. Paspoort, extra douaneformulier en een blik op mijn hoofd. Daar bleef het echter niet bij.
“Is this the luggage you checked in, Bart?” Op een beeldscherm verscheen mijn tas, gefotografeerd op de transportband. Daarna volgde nog een foto van mijn hoofd en werden mijn vingerafdrukken afgenomen door handoplegging op een klein scherm, vier vingers en duim apart. Vanwege een verwonding aan mijn linkerwijsvinger vroeg ik de douanier of die pleister eraf moest. O, niet dus, getuige zijn opmerking:
It’s American, it works.
Als we na in totaal 10 uur reizen uitstappen op JFK lopen we zo naar de trein en metro die ons naar Harlem brengen. Op de 131th Street hebben we een appartement waar de hele club in past. We zijn gaar. Als ik naar bed ga, staat mijn horloge nog op de Nederlandse tijd: 03:15 uur.
De stad die nooit slaapt
Als de voorspellingen juist zijn, zal 70 tot 80% van de wereldbevolking ergens in de komende decennia in steden wonen. New York is een Amerika’s meest dichtbevolkte stad, met bijna 10 miljoen mensen op 790 vierkante kilometer. Het lijkt ook een stad die functioneert, hoewel de echte New Yorkers daar waarschijnlijk wat sceptischer over zijn. Na een paar dagen in de stad vallen mij dingen op die waarschijnlijk de clichés bevestigen. De stad is druk, wervelend en heeft van alles veel (mensen, lawaai, nationaliteiten, eten, cultuur, geschiedenis, kunst, architectuur) en trekt ernstig aan je portemonnee.
Ik kom er nog op terug, maar even snel een paar hoogtepunten.
The New York Yankees
Vrijdagavond 25 juli lukt het ons de wedstrijd van de Yankees tegen de Toronto Blue Jays te zien. Yankee Stadium is een ervaring. Niet alleen het honkbal, van alles wordt entertainment gemaakt. De Yankees winnen de eerste van drie wedstrijden ruim, in een niet zo spectaculaire ball game. Helaas laat ook sterspeler Derek Jeter (veel jongeren hebben een shirt aan met zijn naam en rugnummer) weinig zien.
Shiloh Baptist Church
Op de hoek van onze straat met Clayton Blvd. bezoeken we deze kerk op zondagochtend. De dienst komt langzaam op gang, met een voor ons onduidelijke choreografie van leden en ministers. Wel is duidelijk is dat hier zowel Jezus als de community gediend wordt. Het gezang is swingend en aanstekelijk. “We need just a little more Jesus!” Alle bezoekers worden uitbundig toegezongen en begroet met een handdrukken, links en rechts, van best oud en jonger. Later volgt een minister met een evangelische boodschap. En, nog een ronde voor donaties.
Nick Cave & The Bad Seeds
Ergens vrijdag ontdekken we dat Nick Cave in New York optreedt. Zondagavond in de Hammerstein Ballroom. Vanwege inspanningen aan de woning van mijn zoon wil hij mij trakteren. Als we aankomen, is de zaal uitverkocht, natuurlijk. Een zwarte gozer spreekt ons aan of we kaartjes willen. Ja, maar hoe gaan we dat doen?
De prijs ($80) is iets hoger dan voorzien. Later zie ik dat de man zijn winst pakt door vroeg de kaartjes te kopen. Pakt-ie ongeveer 15 dollar op een kaartje.
Hij heeft e-tickets en als mijn zoon eerst naar binnen gaat, kan hij mij bellen dat het goed zit. “I want to keep my customers happy.” Okay, deal. Het lukt en we zijn binnen.
Cave geeft een prachtig concert van ruim anderhalf uur met nieuw en oud werk, en mijn vakantie kan niet meer kapot. “People just ain’t no good.”