Terwijl we een mond vol hebben over onze vrijheid, raken we de regie over ons leven grotendeels kwijt. Doorgeslagen marktwerking, tenminste twee oorlogen, klimaatcrisis met bijbehorende rampen, opkomend fascisme, overkokende sociale media, zwakke politici en kwakkelende overheid. Een sterke, gezonde en duurzame lokale economie zou weer rust en vertrouwen kunnen geven.
Droom even mee.
Op wat ooit nog benoemd werd als de ‘vrije zaterdag’, 16 november in dit geval, zag ik de voorstelling Beste Mensen. In ons immer drukke bestaan trokken tientallen speeches voorbij die pleitten voor aanpak van het klimaatcrisis. Een probleem waar we nooit meer vrij van hebben.
Van Joop den Uyl tot Margaret Thatcher, van Severn Suzuki tot Greta Thunberg, van 1971 tot 2024. De speeches roepen op tot actie, benadrukken het belang voor de mensheid, de natuur en onze omgeving, onderstrepen ook dat het om feitelijke kennis gaat en niet om sprookjes, maar hier staan we en we moeten vrezen voor ons voortbestaan.
Inderdaad, een nogal deprimerend uurtje theater. Maar let op, cultuur brengt het rauwe nieuws, maar ook enige hoop, zeker in dit stukje.
Beste Mensen is van de makers van die andere confronterende voorstelling, De Zaak Shell. De multinational die heeft aangekondigd gewoon weer vol op het verkopen van fossiele brandstoffen in te zetten. De winsten voor de aandeelhouders zijn belangrijker dan het leven op aarde. Als konijnen die verblind in de koplampen kijken, wordt dat ook toegestaan.
Dat er wellicht een CEO wordt afgemaakt, is slechts op korte termijn bevredigend. Dat verlangen bestaat, moeten we erkennen. De exploitatie van natuurlijke grondstoffen is een wereldwijd systeem, dus moet ook het verzet tegen deze vernietiging systematisch worden georganiseerd en opgebouwd. Dat is een ongelofelijke opgave die jaarlijks vele mensenlevens kost, zie de vele vermoorde boeren en milieuactivisten wereldwijd.
Zaaigoed en goed zaaien
Dat vrouwen en kleine boeren van groot belang zijn, bewijst het werk van Vandana Shiva in het documentaire portret van haar. The seeds of Vandana Shiva (2021) is te zien in het Food Film Festival, georganiseerd door Voedsel Anders. Ik zag de film in het nieuwe zaaltje van Cinema de Vlugt, een mooie culturele plek in de dezer weken veelbesproken buurt Nieuw-West.
Shiva is inmiddels een soort ‘rockstar’ onder globale activisten en de film schetst een goed beeld van haar leven. Onder andere door het oprichten van zaadbanken door heel India strijdt zij tegen de multinationals in de agro-industrie die door monocultuur bodem, watersystemen en biodiversiteit vernietigen en mensen ziekt maakt.
De morele perversiteit van bedrijven als Monsanto (Bayer), die in India met Bt Cotton een ramp veroorzaakt heeft, blijft toch schokkend. Dat er meer dan 280.000 boeren zelfmoord hebben gepleegd door de opgebouwde schuldenlast van met name zaaigoed en bestrijdingsmiddelen, was een mij onbekend en nogal schrikbarend getal. De giframp in Bhopal, de grootste industriële ramp ooit, komt overigens ook nog langs in de documentaire.
Verdienmodel Monsanto (Bayer)
Het bedrijf verkoopt genetisch gemanipuleerd, hybride zaaigoed met hoge opbrengsten, die bestand zijn tegen bestrijdingsmiddelen die alleen door Monsanto geleverd worden. Het gaat met name om mais, katoen, sorgo, koolzaad, suikerbieten, tarwe en soja. Het zaaigoed geeft een eenmalige oogst en kan niet vermeerderd worden. Boeren worden zo bijna verplicht steeds nieuw zaaigoed en pesticiden bij hen te kopen. Ten koste van bodem, water en gezondheid.
Vandaar dat de zaadbanken van Vandana Shiva zo belangrijk zijn. Behalve dat kleine boeren hun eigen zaaigoed kunnen blijven beheren, zorgen ze voor een enorme verbetering van de biodiversiteit. Er zijn namelijk honderden verschillende soorten van al die gewassen, waardoor de last van een misoogst verdeeld wordt en goede eigenschappen door kruisen geteeld kunnen worden. Dat is een genetische rijkdom die bewaard en beheerd moet worden, maar niet door multinationals. Bovendien zorgt dat industriële voedsel voor 40% van de wereldwijde CO2-uitstoot door monocultuur, vervoer en energiegebruik.
De agro-industrie is een soort maffia
Dat die economische globalisering een vernietigende kracht is, weet ook de inmiddels 78-jarige activiste Helena Norberg-Hodge. Zij was onlangs in Nederland voor een lezing bij Schumacher Labs, waar ik haar kort sprak voor mijn podcast.
De van oorsprong Zweedse Norberg is opgeleid aan verschillende internationale universiteiten en bestudeerde als doctor in de linguïstiek wereldwijd verschillende culturen. Doorslaggevend voor haar activisme was de kennismaking met het Ladakh-volk in de Himalaya vanaf 1975. Een relatief klein volk dat leefde in een afgelegen en moeilijk toegankelijke vallei. Pas in 1974 werd de vallei door India ontsloten voor het toerisme.
Van de zelfstandige en zelfvoorzienende gemeenschap bleef door de komst van alle Westerse en kapitalistische invloeden weinig meer overeind. Ongelijkheid, vervuiling, depressie en ziekten deden hun intrede en verpestte de eerst zo stabiele en gelijkwaardige gemeenschap.
Met Vandana Shiva maakt Norberg korte metten met het kapitalistische fabeltje dat de mensheid niet zonder industriële landbouw met bestrijdingsmiddelen en kunstmest zou kunnen. Dat idee wordt gepropageerd omdat het grote geld wordt verdiend in de handel van overproductie. Onder andere via internationale verdragen zoals TTIP en – nog op komst – Mercosur, een verdrag van de EU met 6 Zuid-Amerikaanse landen waartegen de Franse boeren momenteel terecht protesteren.
Versterk de lokale economie
De lobby en intimidatie van multinationals is vaak zo groot dat natiestaten hun eigen macht in de uitverkoop doen. Corporate belangen gaan contractueel en juridisch opeens boven die van de bevolking van landen. Multinationals kunnen zo landen aanklagen en beboeten voor hinderlijke milieuwetgeving. Letterlijk omgekeerde wereld.
In die strijd komen lokale boeren en lokale economieën in de verdrukking of worden zelf onderdrukt. Als ze zichzelf namelijk kunnen redden, zijn ze onafhankelijk(er) van het grote bedrijfsleven dat op grote omzetten en winsten jaagt. Dat verklaart ook de weerzin en agressie van de agro-industrie tegen de kleine boeren die voor de lokale markt willen produceren en niet voor bodemprijzen voor veevoer en de heilige export.
Daarom pleit Norberg-Hodge voor sterke lokale economieën die hun voedselproductie zelf democratisch beheren. Vanzelfsprekend via biologische of regeneratieve landbouw die de natuur en biodiversiteit verbetert. Niet alleen om gezond en vers voedsel te verzorgen, maar om die eigen economie te laten draaien. Verder staat voedsel niet alleen aan de basis van ons leven, de voedseleconomie is ook de spil in vrijwel alle crises van dit moment.
Amsterdam Zuidoost en Nieuw-West
Ook de landelijke overheid weet dat achterstandsbuurten op orde moeten gebracht. Dat heet elk decennium weer anders, prachtwijken, krachtwijken en nog zo wat. In 2022 is daarvoor het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid bedacht, een wat bangelijke noemer voor beleid waarmee achterstandswijken geholpen moeten worden. Het landelijke programma belooft zich 20 jaar lang te verbinden aan 19 Nederlandse steden en hun ‘moeilijke buurten’.
Amsterdam doet mee met Zuidoost en Nieuw-West. Inmiddels is Samen Nieuw-West opgetuigd dat het stadsdeel moet helpen opstoten in de vaart der volkeren. Armoede, ongelijkheid, criminaliteit, weinig kansen voor kinderen en jongeren, slechte woningen, en verwaarloosde buurten zijn er hardnekkige problemen.
Onderdeel is in Nieuw-West het inzetten van Community Wealth Building, een manier om een lokale economie democratisch op te zetten. Bijvoorbeeld door overheidstaken door plaatselijke bedrijven en organisaties te laten uitvoeren, zodat de sociale waarde (en het geld) in de lokale economie blijft. Een belangrijke rol wordt verwacht van bestaande of nieuwe stedelijke werkcoöperaties, waarvoor een organisatie als MeentCoop is opgezet.
De lezing van Norberg-Hodge vond niet voor niets plaats in de 10-jarige MijnStadstuin dat zich al op dit pad bevind. Niet ver daar vandaan, in de Lutkemeerpolder, heeft ook Voedselpark Amsterdam ambities om onderdeel te zijn van die nieuwe lokale economie. Nu maar hopen dat het kwartje echt valt bij de betrokken wethouders: Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken en Masterplan Nieuw-West), Reinier van Dantzig (Ruimtelijke Ordening, Grond en Ontwikkeling) en Sofyan Mbarki(Economische Zaken, MBO en arbeidsmarkt, Jongerenwerk).
Om de campagne slogan van Bill Clinton te parafraseren: “Het is de lokale economie, mafketels.” Dat al die fraaie plannen maar geen gebakken lucht blijken te zijn. Dat is namelijk weinig voedzaam.
Boek Helena Norberg-Hodge – Local is Our Future (2019, uitgever Local Futures)
Voor Amsterdamse theaterbezoekers: de voorstelling Beste Mensen is 25 januari 2025 weer te zien in het Frascati Theater.
Andere data hier.
Geef een reactie